Special

Chemotherapievrije behandelopties bij folliculair lymfoom en marginale zone lymfoom

NTVH - 2022, nummer Special, zomer 2022

dr. M. Dooper

Een deel van de patiënten met folliculair lymfoom of marginale zone lymfoom is wegens leeftijd en/of comorbiditeiten niet in staat een behandeling met (immuun)chemotherapie te ondergaan. Voor deze patiënten zijn de afgelopen jaren diverse opties voor een chemotherapievrije behandeling beschikbaar gekomen, zowel als eerstelijns-, tweedelijns- en onderhoudsbehandeling.

Lees verder

Gentherapie werd geen therapie. Wat volgt?

NTVH - 2022, nummer Special, zomer 2022

Dr. J. Beekwilder

Betibeglogene autotemcel (beti-cel) is in Europa geregistreerd voor de behandeling van patiënten met bèta-thalassemie van 12 jaar en ouder, die afhankelijk zijn van bloedtransfusies, een bepaalde genetische afwijking hebben (geen β0/β0-genotype) en voor wie geen donor beschikbaar is voor stamceltransplantatie. Deze eenmalige gentherapie wordt momenteel echter niet vergoed. De fabrikant van beti-cel heeft de aanvraag voor vergoeding van de behandeling zelfs ingetrokken. Zitten er nog meer gentherapieën in de pijplijn? Wat is de stand van zaken rondom gentherapie bij patiënten met bèta-thalassemie?

Lees verder

BiTEs en ADC’s bij (recidiverend) ALL bij kinderen

NTVH - 2022, nummer Special, zomer 2022

dr. M. Dooper

De resultaten van de behandeling van acute lymfatische leukemie (ALL) bij kinderen zijn de afgelopen decennia sterk verbeterd als gevolg van nieuwe behandelopties en een betere organisatie van de zorg voor deze kinderen. Bij een deel van de kinderen keert de ziekte echter terug, waarna de prognose ongunstig is. Nieuwe, doelgerichte vormen van therapie zoals bispecifieke T-cel ‘engagers’ (BiTEs) en ‘antibody-drug conjugates’ (ADC’s) kunnen hier verbetering in brengen.

Lees verder

Behandelopties met een gelimiteerde behandelduur in de eerste lijn

NTVH - 2022, nummer Special, zomer 2022

Dr. J. Beekwilder

Een behandeling met een vaste behandelduur is vaak te verkiezen boven behandelingen die doorgaan voor onbepaalde tijd. Chemo-immunotherapie is in opzet een behandeling van vaste duur. Inmiddels zijn er voor de behandeling van chronische lymfatische leukemie in de eerste lijn meerdere combinaties met doelgerichte geneesmiddelen die ook een beperkt aantal kuren kennen.

Lees verder

ALS BEHANDELING MET EEN TWEEDE GENERATIE TKI FAALT…

NTVH - 2022, nummer Special, zomer 2022

Dr. J.P. Beekwilder

Het is niet ongewoon om een patiënt met chronische myeloïde leukemie in de chronische fase (CP-CML), die een eerdere tyrosinekinaseremmer (‘tyrosine kinase inhibitor’, TKI) heeft gebruikt, te treffen met een hoog BCR-ABL-niveau. Wanneer is het juiste moment om een CP-CML-patiënt over te zetten op een volgende behandeling? En welke behandeling moet dat dan zijn?

Lees verder

CLL-BEHANDELING IN ONTWIKKELING: STEEDS MEER MOGELIJK

NTVH - 2022, nummer Special, zomer 2022

drs. M. Groot

De Richtlijn Chronische Lymfatische Leukemie/kleincellig lymfocytair lymfoom van de HOVON-CLL-werkgroep en de Nederlandse Vereniging voor Hematologie wordt regelmatig geüpdatet.1 In de aankomende revisie is er een grote verscheidenheid aan behandelkeuzes voor CLL-patiënten beschikbaar gekomen, zowel in de eerste lijn als in de recidiefsetting. In een webinar werd de update van de richtlijn besproken, alsmede de verschillende behandelopties en overwegingen die worden gemaakt in de keuze hiertussen.2* Deze werden toegelicht door dr. Mark-David Levin (internist-hematoloog, Albert Schweitzer Ziekenhuis, Dordrecht), dr. Marjolein van der Klift (internist-hematoloog, Amphia Ziekenhuis, Breda) en dr. Ellen van der Spek (internist-hematoloog, Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem). Daarnaast lichtte dr. Carsten Utoft Niemann (internist-hematoloog Rigshospitalet, Copenhagen University Hospital) data uit de belangrijkste studies toe waarin behandelopties voor CLL werden vergeleken.

Lees verder

EERSTELIJNSBEHANDELING VAN FITTE AML-PATIËNTEN

NTVH - 2022, nummer Special, zomer 2022

Drs. P. van Rijn

In 2021 is de HOVON-richtlijn voor acute myeloïde leukemie (AML) aangepast. Hierin staan aanbevelingen voor diagnostiek en behandeling op grond van nieuwe inzichten in de moleculaire pathofysiologie, de heterogeniteit van de ziekte, de rol van minimale restziekte (‘minimal residual disease’, MRD) en de beschikbaarheid van nieuwe geneesmiddelen.1 Voor AML-patiënten biedt de combinatie van intensieve chemotherapie (ICT) gevolgd door stamceltransplantatie (SCT) het beste uitzicht op genezing. Specifieke cytogenetische en moleculaire afwijkingen geven toenemend richting aan de behandeling van AML, die door de beschikbaarheid van nieuwe geneesmiddelen steeds meer gepersonaliseerd en complexer wordt. Hoe hier mee wordt omgegaan in de klinische praktijk en waar deze ontwikkelingen heen leiden, werd besproken met dr. Jeroen Janssen, internist-hematoloog, en dr. Ellen Kramer, laboratoriumspecialist, beiden werkzaam in het Amsterdam UMC.

Lees verder