NTVH - 2022, nummer 1, january 2022
drs. V. Hoving , drs. A.E. Donker , prof. dr. D.W. Swinkels , dr. S.E.M. Schols
Patiënten met ijzer-refractaire ijzergebreksanemie (IRIDA) hebben microcytaire bloedarmoede als gevolg van een ijzeropname- en verdelingsstoornis die niet goed reageert op orale ijzersuppletie. Patiënten zijn daarom afhankelijk van intraveneus ijzer met kans op ijzerstapeling. Een fase 2 open-label dosisescalatie-en dosisexpansiestudie in het Radboudumc gaat de veiligheid en tolerantie van een ALK2-remmer (KER-047) onderzoeken die de aanmaak van hepcidine onderdrukt bij IRIDA-patiënten.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2022;19:44-7)
Lees verderNTVH - 2020, nummer 7, october 2020
drs. M.J. van Dijk , drs. M.A.E. Rab , dr. R. van Wijk , dr. S.E.M. Schols , prof. dr. B.J. Biemond , dr. A.W. Rijneveld , dr. E. Nur , dr. J.L.H. Kerkhoffs , dr. E.J. van Beers
Sikkelcelziekte is een ernstige, erfelijke hemoglobinopathie die gepaard gaat met anemie, pijnlijke vaso-occlusieve crisen en orgaanschade. De ESTIMATE-studie is een fase 2-studie met als doel de veiligheid en werkzaamheid van mitapivat bij patiënten met sikkelcelziekte te onderzoeken. Mitapivat activeert en stabiliseert pyruvaatkinase, een enzym betrokken bij het metabolisme van erytrocyten waardoor de intracellulaire hoeveelheid ATP verhoogt en de hoeveelheid 2–3-DPG verlaagt, hetgeen resulteert in een verhoogde zuurstofaffiniteit. Recentelijk zijn de resultaten van de eerste fase 2-studie bij patiënten met pyruvaatkinasedeficiëntie gepubliceerd, waarin mitapivat een goed veiligheidsprofiel had en hemoglobine bij de helft van de patiënten met meer dan 0,6 mmol/l steeg. Ongepubliceerde resultaten (manuscript in voorbereiding) suggereren dat mitapivat het cellulaire metabolisme verbetert en het sikkelen vermindert.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2020;17:310-2)
Lees verderNTVH - 2020, nummer 4, june 2020
dr. J.L. Saes , dr. S.E.M. Schols , dr. W.L. van Heerde , dr. M.R. Nijziel
Bloedingen door fibrinolysestoornissen kunnen worden veroorzaakt door deficiëntie van een van de remmers van de fibrinolyse (plasminogeen activatorremmer type 1 (PAI-1) of alfa-2-antiplasmine (α2-AP)), of een overschot aan een van de activators van de fibrinolyse: ‘tissue type’ plasminogeenactivator (tPA) of ‘urokinase type’ plasminogeenactivator (uPA). De bloedingsneiging van patiënten met een fibrinolysestoornis wordt gekenmerkt door late nabloedingen na trauma, chirurgie en tandextracties. Bloedingen in gebieden met een hoge fibrinolytische activiteit komen ook vaak voor, zoals menorragie en epistaxis. Patiënten met α2-AP-deficiëntie hebben de meest ernstige bloedingsneiging. Recentelijk werd ontdekt dat patiënten met hyperfibrinolyse tevens een verhoogde kans hebben op obstetrische complicaties, zoals miskramen en vroeggeboorte, met name patiënten met PAI-1-deficiëntie. Fibrinolysestoornissen worden waarschijnlijk ondergediagnosticeerd door gebrek aan kennis en accurate diagnostische testen. Een deel van de grote groep patiënten die als ‘bloedingsneiging e.c.i.’ zijn geclassificeerd, heeft mogelijk een fibrinolysestoornis. In geval van een hoge verdenking, bijvoorbeeld door een positieve familieanamnese, terugkerende bloedingen of ongewone bloedingen zoals intramedullaire hematomen, moet verdere diagnostiek niet achterwege worden gelaten als de standaard hemostatische screening negatief is. Goede diagnostiek is belangrijk, omdat deze aandoeningen in het algemeen goed kunnen worden behandeld met antifibrinolytica.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2020;17:160–8)
Lees verderNTVH - 2020, nummer 1, february 2020
dr. S.E.M. Schols , dr. C.L. Harteveld , prof. dr. B.J. Biemond , dr. E. Nur
Transfusie-onafhankelijke thalassemie (thalassemie intermedia) bestaat uit een breed heterogeen klinisch beeld, variërend van een milde anemie tot ernstige orgaancomplicaties, waaronder skeletdeformaties en ijzerstapeling. De variabiliteit in symptomatologie wordt veroorzaakt door een breed scala aan mutaties en combinatie van mutaties die de oorzaak van deze vorm van thalassemie kunnen zijn. De mutaties zijn meestal gelokaliseerd in de bèta-globinegenen, alfa-globinegenen, globineregulatoire elementen of in genen die coderen voor transcriptiefactoren, maar vaak bestaan er meerdere mutaties of kunnen er meerdere kopieën van de alfa-globinegenen bestaan (alfa-gentriplicatie, -quadruplicatie en segmentale duplicatie) die invloed hebben op de presentatie van de thalassemie. Centraal in de pathofysiologie van transfusie-onafhankelijke thalassemie staan de mate van ineffectieve erytropoëse, chronische hemolyse en ijzerstapeling. De behandeling van transfusieonafhankelijke thalassemie bestaat uit ondersteunende maatregelen waaronder sporadische bloedtransfusies, ijzerchelatie en op indicatie splenectomie. Nieuwe middelen die met name de ineffectieve erytropoëse en uitrijping van erytroïde voorlopercellen stimuleren worden momenteel nog in fase 1- en -2-onderzoeken onderzocht. Een uitzondering is luspatercept dat in een fase 3-onderzoek wordt onderzocht.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2020;17:10–19)
Lees verderNTVH - , nummer ,
A.J. van Vuren MSc, prof. dr. B.J. Biemond , dr. J.L.H. Kerkhoffs , dr. S.E.M. Schols , dr. A.W. Rijneveld , dr. E.J. van Beers
IJzerstapeling is een groeiend en onderschat probleem in de hematologie. Naast ijzerstapeling door frequente bloedtransfusies ontwikkelt ook het merendeel van de patiënten met erfelijke, niet-transfusieafhankelijke anemieën ijzerstapeling. IJzerchelatietherapie is voor deze patiëntengroep op dit moment de enige behandelingsmogelijkheid. De toxiciteit van deze behandeling is aanzienlijk en de kosten zijn hoog. Er is geen alternatieve behandeling voor die patiënten met anemie die ijzerchelatie niet verdragen. Protonpompremmers (PPI) zijn in staat om de ijzeropname uit het maagdarmkanaal te verlagen door het creëren van een meer basisch milieu. Behandeling met PPI’s is effectief gebleken bij patiënten met erfelijke hemochromatose. Observaties in de klinische praktijk laten zien dat PPI’s ook de ijzeropname verminderen bij patiënten met niet-transfusie-afhankelijke erfelijke anemie. Het veiligheidsprofiel, mits voorgeschreven voor een juiste indicatie, van PPI’s is gunstig. PPI’s zouden een plaats kunnen krijgen in een vroeger stadium van behandeling van ijzerstapeling, of naast ijzerchelatie bij ernstigere stapeling. Op dit moment wordt in vijf Nederlandse centra, gespecialiseerd in het behandelen van erfelijke anemie, het ‘PPI Shine Again’-onderzoek uitgevoerd, een multicenter placebogecontroleerd fase 3-onderzoek naar de effectiviteit van esomeprazol bij de preventie en/of behandeling van ijzerstapeling bij erfelijke, niet-transfusie-afhankelijke anemie. De resultaten worden in het voorjaar van 2021 verwacht.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2019;16:272–9)
Lees verderNTVH - 2019, nummer 1, january 2019
drs. E.C. de Weerd , dr. S.E.M. Schols , dr. F.L. van de Veerdonk
In dit artikel beschrijven we een casus van een jonge vrouw met trombocytopenie en een onbegrepen autoinflammatoir beeld bij wie de diagnose immuuntrombocytopenie (ITP) drie jaar voorafging aan de diagnose van een primaire immuundeficiëntie op basis van ‘cytotoxic T lymphocyte-associated antigen-4’ (CTLA-4)-deficiëntie. We beschrijven het klinische beeld van CTLA-4-deficiëntie, de hematologische uitingen hiervan (auto-immuuncytopenieën, hypogammaglobulinemie, benigne lymfoproliferatie, maligne lymfomen) en de mogelijke behandelingen. Ten slotte benoemen we het belang van het bepalen van gammaglobulines bij volwassen patiënten met ITP om deze en andere primaire immuundeficiënties, waarbij vaak hypogammaglobulinemie voorkomt, in de toekomst eerder te kunnen herkennen.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2019;16:7–13)
Lees verderNTVH - 2018, nummer 4, june 2018
dr. J.L. Saes , dr. S.A. de Munnik , dr. A. Simons , dr. M.C. Jongmans , dr. P.P.T. Brons , dr. W.L. van Heerde , dr. B.A.P. Laros-van Gorkom , dr. S.E.M. Schols , dr. B. van der Reijden
Congenitale trombocytenstoornissen zijn zeldzame aandoeningen van de bloedplaatjes, bestaande uit trombocytopenie, trombocytopathie of combinaties hiervan. Het stellen van de diagnose congenitale trombocytenstoornis in het geval van trombocytopathie wordt bemoeilijkt door de lage specificiteit en gebrek aan validatie van de huidige hematologische laboratoriumtesten. Genoomdiagnostiek is een veelbelovende aanvulling op de conventionele laboratoriumdiagnostiek en kan tevens leiden tot beter inzicht in de pathologie en in de toekomst mogelijk tot geïndividualiseerde therapie. ‘Sanger sequencing’ van een enkel gen is met name geschikt indien er een duidelijk kandidaatgen is, zoals bij een familielid met een bekende mutatie of een specifiek klinisch fenotype. ‘Next generation sequencing’ (NGS)-technieken bieden de mogelijkheid om een grote hoeveelheid genen tegelijk te beoordelen. Hiervoor kan ‘targeted enrichment’, ‘whole exome sequencing’ (WES) of ‘whole genome sequencing’ (WGS) worden gebruikt. In het Radboudumc wordt gebruikgemaakt van WES met vervolgens analyse van een panel van 133 genen die een rol spelen in trombose en hemostase. Voor de interpretatie van bevindingen is het van belang deze te bespreken in een multidisciplinair overleg met (kinder)hematologen, laboratoriumspecialisten en klinisch genetici. Door laagdrempelige toepassing van NGS-technieken zal het aantal bekende genmutaties en percentage vastgestelde diagnoses bij patiënten met congenitale trombocytenstoornissen toenemen.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2018;15:158–66)
Lees verderTo provide the best experiences, we and our partners use technologies like cookies to store and/or access device information. Consenting to these technologies will allow us and our partners to process personal data such as browsing behavior or unique IDs on this site and show (non-) personalized ads. Not consenting or withdrawing consent, may adversely affect certain features and functions.
Click below to consent to the above or make granular choices. Your choices will be applied to this site only. You can change your settings at any time, including withdrawing your consent, by using the toggles on the Cookie Policy, or by clicking on the manage consent button at the bottom of the screen.