OVERZICHTSARTIKELEN

Minimale bijwerkingen na HDM en autologe stamceltransplantatie

NTVH - 2020, nummer 7, october 2020

H. Overbeek , dr. M. Söhne , Y. Westerman , dr. H.R. Koene , dr. E. van Leeuwen-Segarceanu , dr. O. de Weerdt

SAMENVATTING

Dit artikel beschrijft een retrospectieve cohortanalyse naar de effectiviteit van beleidsveranderingen in de preventie van bijwerkingen bij 147 patiënten met multipel myeloom (MM) die werden behandeld met hoge dosis melfalan, gevolgd door een autologe stamceltransplantatie (ASCT). Door mondkoeling, aanpassingen in het anti-emeticaschema en microbiële profylaxe, invoering van het ambulante traject en vermindering van sondevoeding was er een reductie van bijna 80% orale mucositis ≥graad 2, ongeveer 60% reductie van misselijkheid en diarree en de neutropene koorts is met ruim 80% afgenomen.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2020;17:270-5)

Lees verder

Achtergrond, diagnostiek en behandeling van anthracycline-geïnduceerde cardiotoxiciteit

NTVH - 2020, nummer 6, september 2020

drs. J.A.M. Kamphuis , prof. dr. F.W. Asselbergs , drs. M. Linschoten , Dr. A.J. Teske , dr. A. van Rhenen

SAMENVATTING

Anthracyclines worden frequent gebruikt voor de behandeling van hematologische maligniteiten. Cardiotoxiciteit is een belangrijke bijwerking van deze chemotherapeutica en geeft bij het merendeel van de patiënten initieel geen klachten. Op termijn kan cardiotoxiciteit echter leiden tot klinisch hartfalen, hetgeen gepaard gaat met belangrijke morbiditeit en mortaliteit. De behandeling, bestaande uit hartfalenmedicatie, is het meest succesvol indien deze snel na het ontstaan van hartschade wordt geïnitieerd. Vroegtijdige herkenning van cardiotoxiciteit door middel van actieve monitoring van de hartfunctie lijkt zodoende waardevol voor het behoud van de cardiale functie.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2020;17:231-8)

Lees verder

Digitale PCR voor bij CML: voorspeller voor behandelingsvrije remissie en andere klinische toepassingen

NTVH - 2020, nummer 6, september 2020

drs. C.C.B. Kockerols , prof. dr. P.J.M. Valk , dr. M.D. Levin , prof. dr. J.J. Cornelissen , dr. J.J.W.M. Janssen , dr. P.E. Westerweel

SAMENVATTING

Digitale PCR (D-PCR) is een zeer accurate en gevoelige moleculaire techniek voor de detectie en kwantificering van RNA- of DNA-fragmenten. Voor chronische myeloïde leukemie (CML) vormt het in specifieke omstandigheden een veelbelovend alternatief voor reguliere ‘real-time’ kwantitatieve PCR (RQ-PCR), met als meest directe toepassing het voorspellen van de succeskans op het bereiken van een behandelingsvrije remissie (‘treatment free remission’; TFR). Belangrijke reeds bekende prognostische parameters voor TFR zijn de duur van de behandeling met tyrosinekinaseremmers (TKI) en de duur van moleculaire remissie voorafgaand aan een stoppoging. Huidige TKI-stoprichtlijnen adviseren daarom een minimale behandelduur van drie jaar, maar bij voorkeur zes jaar of langer. Hoewel diepte van remissie gemeten met BCR-ABL1-RQ-PCR geen relatie toonde met de kans op het behouden van moleculaire remissie na een medicatiestop, was dit wel het geval indien gemeten met D-PCR. Als nieuwe voorspeller kan D-PCR bijdragen aan een betere selectie van kandidaten, maar ook aan het bepalen van de meest optimale timing van de medicatiestoppoging. In het algemeen vindt D-PCR steeds verder zijn intrede in de hematologie. In dit overzichtsartikel bespreken we het principe van D-PCR en zijn mogelijke klinische toepassingen binnen CML, waarbij we vooral zijn rol als nieuwe TFR-voorspeller willen belichten. Ten slotte eindigen we met een beschrijving van een D-PCR-implementatieproject gesubsidieerd door ZonMW, waarbij we D-PCR aanbieden als nieuwe prognostische test voor CML-patiënten in Nederland die een TKI-medicatiestoppoging overwegen.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2020;17:239-47)

Lees verder

Uitgesproken coagulopathie en hoog risico op trombotische complicaties bij COVID-19; onderzoek is nodig!

NTVH - 2020, nummer COVID special, august 2020

prof. dr. K. Meijer , prof. dr. R.E.G. Schutgens , dr. M.J.H.A. Kruip

SAMENVATTING

Coagulopathie, zich uitend in verhoogde D-dimeren, een hoog fibrinogeen en een verlengde protrombinetijd, komt frequent voor bij COVID-19-patiënten, terwijl diffuus intravasale stolling of diepe trombopenieën minder vaak worden waargenomen. Trombotische complicaties zijn voornamelijk veneuze trombosen en komen vooral voor op de intensive care (42%, 13–57%), maar ook op de afdeling (6%), ondanks het gebruik van tromboseprofylaxe met laagmoleculairgewicht heparine. Het landelijk consortium Dutch COVID & Thrombosis Coalition onderzoekt de pathogenese van de coagulopathie, de effectiviteit en veilig-heid van het huidige profylaxebeleid en de behandeling van trombose, de mogelijkheid om het individuele risico op trombose te voorspellen en de langetermijngevolgen van trombose bij COVID-19-patiënten.

NED TIJDSCHR HEMATOL 2020;17(COVID-19-SPECIAL):4-8

Lees verder

Oncologische zorg tijdens de coronacrisis

NTVH - 2020, nummer COVID special, august 2020

drs. I.H. Dingemans , dr. V. Engelen

SAMENVATTING

Voor een derde van de mensen met kanker had de acute fase van de coronacrisis gevolgen voor de behandeling of nacontrole. Het meest genoemde gevolg is het omzetten van een consult in het ziekenhuis, naar een telefonisch consult of beeldbelafspraak. Bij 1 op de 6 patiënten die nog moesten starten met hun behandeling, is deze uitgesteld. Bij patiënten die al behandeld werden, is dat bij 1 op de 8 patiënten. Dit blijkt uit een peiling van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) onder 5.302 mensen die kanker hebben of hebben gehad.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2020;17(COVID-19-SPECIAL):11-4)

Lees verder

COVID-19 convalescent plasmacollecties in Nederland

NTVH - 2020, nummer COVID special, august 2020

dr. H. Vrielink , drs. F.H. Swaneveld

SAMENVATTING

Binnen enkele weken na start van de COVID-19-pandemie is met grote inspanning en samenwerking van velen in de gezondheidszorg en daarbuiten een start gemaakt met de collectie en daarmee de beschikbaarheid van COVID-19 convalescent plasma en COVID-19-immunoglobulinen. Niet alleen in Nederland, maar mondiaal. Enkele duizenden ex-COVID-19-patiënten zijn plasmadonor geworden en hebben hieraan op vrijwillige basis en onbetaald meegewerkt (en werken nog steeds mee). Internationale samenwerking, maar ook studies naar de werkzaamheid van deze experimentele middelen zijn gaande.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2020;17(COVID-19-SPECIAL):17-20)

Lees verder

Invasieve pulmonale schimmelinfecties tijdens COVID-19

NTVH - 2020, nummer COVID special, august 2020

E.B.D. Molendijk MSc, drs. E.A. de Kort , prof. dr. N.M.A. Blijlevens , prof. dr. P. Verweij

SAMENVATTING

Sinds het voorkomen van ‘Severe Acute Respiratory Syndrome CoronaVirus-2’ (SARS-CoV-2) wordt steeds meer bekend over het natuurlijk beloop van de virale infectie bij immuuncompetente en immuungecomprommiteerde patiënten. Bij immuungecomprommiteerde patiënten door een hematologische ziekte, is het een relevante vraag of COVID-19 een risicofactor kan zijn voor een opportunistische infectie, zoals een invasieve pulmonale aspergillose of een Pneumocystis jirovecii-pneumonie. Hoewel invasieve pulmonale aspergillose wordt gerapporteerd bij patiënten die mechanisch beademd worden, moet de waarde van aanvullende diagnostiek om het onderscheid te maken tussen kolonisatie en infectie, verder geduid worden. P. jirovecii pneumonie lijkt als opportunistische infectie tijdens COVID-19 geen rol te spelen.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2020;17(COVID-19-SPECIAL):23-7)

Lees verder