NTVH - jaargang 19, nummer 3, april 2022
M. Zivkovic MSc, dr. I.C.L. Kremer Hovinga , dr. M.W. Blaauwgeers , dr. M.J.H.A. Kruip , prof. dr. E.A.M. Beckers , dr. E. Coppens , prof. dr. J. Eikenboom , dr. K.P.M. van Galen , dr. R.Y.J. Tamminga , dr. M.H. Cnossen , drs. E.J. Huisman , dr. R.T. Urbanus , prof. dr. R.E.G. Schutgens
Aangeboren trombocytenstoornissen zijn zeldzame aandoeningen die zich presenteren met een mucocutaan bloedingspatroon. De prevalentie van deze trombocytenstoornissen wordt waarschijnlijk onderschat, doordat bloedingen bij de meeste milde varianten pas optreden na trauma of operatieve ingrepen, waardoor de oorzaak niet of pas laat wordt onderkend. Om inzicht te krijgen in het beloop, de behandeling en de presentatie van trombocytenstoornissen in Nederland, is de nationale Trombocytopathie in Nederland (TiN)-studie geïnitieerd. Hierin worden op systematische wijze gegevens over bloedingsfenotype, kwaliteit van leven, diagnostiek en genetica verzameld van patiënten met een verdenking op een trombocytenstoornis. Resultaten uit de TiN-studie laten zien wat het effect van een bloedingsneiging door een trombocytenstoornis op kwaliteit van leven is en wat de aandachtspunten zijn tijdens de behandeling van deze chronische aandoeningen. Daarnaast zijn verschillende aspecten van het diagnostisch algoritme om tot een trombocytenstoornis te komen onderzocht. In dit overzichtsartikel worden de huidige bevindingen uit de TiN-studie samengevat en bediscussieerd.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2022;19:132–40)
Lees verderNTVH - 2022, nummer 2, march 2022
drs. G.A.C. Hamming , M. Monnikhof , dr. R. Brandsma , dr. A. van Rhenen , prof. dr. G.J.L. Kaspers , dr. T.W.H. Flinsenberg
Patiënten die chemotherapie krijgen kunnen fors achteruitgaan in hun fysiek functioneren, soms ten gevolge van zenuwschade. Het is van belang hieraan te denken om vertraging van het diagnostisch proces te voorkomen en tijdig een behandeling te kunnen starten. Myelitis transversa als complicatie van (intrathecale) behandeling van leukemie is een zeldzaam, maar zeer ernstig ziektebeeld. Het is een diagnose per exclusionem waarbij onder andere infectieziekten, auto-immuunbeelden en leukemische betrokkenheid van de liquor moeten worden uitgesloten. Er is weinig wetenschappelijk bewijs om een bepaalde behandeling te ondersteunen. Vooralsnog worden hoge doses steroïden en soms immunoglobulines geadviseerd. Wij presenteren hier drie casus om dit ziektebeeld te beschrijven. Alle drie overleefden zij deze complicatie van chemotherapie. Twee patiënten herstelden restloos, de derde behield een volledige paraplegie gecombineerd met blaas- en darmdisfunctie.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2022;19:65-71)
Lees verderNTVH - 2022, nummer 2, march 2022
T.F. van Haaps , dr. N. van Es , dr. E. Coppens
Het gebruik van directe orale anticoagulantia, waaronder de factor Xa-remmers rivaroxaban, apixaban en edoxaban en de trombineremmer dabigatran, neemt nog altijd toe. Ondanks een 30–50% lager bloedingsrisico dan bij gebruik van vitamine K-antagonisten (VKA), blijven ernstige bloedingen de belangrijkste complicatie. Protrombinecomplexconcentraat is geregistreerd als antidotum voor VKA, maar wordt ‘off-label’ ook gebruikt in de behandeling van factor Xa-remmers-geassocieerde ernstige bloedingen. Recentelijk werd andexanet-alfa, een antidotum voor directe factor Xa-remmers, op basis van een prospectief cohortonderzoek goedgekeurd om rivaroxaban en apixaban te couperen bij levensbedreigende bloedingen. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van het huidige bewijs van effectiviteit alsmede de onzekerheden van andexanet-alfa en protrombinecomplexconcentraat als behandeling voor ernstige bloedingen door factor Xa-remmers.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2022;19:72-80)
Lees verderNTVH - 2022, nummer 2, march 2022
dr. E.M. de Pater , J.J.M. Overdevest , dr. P.A. Kramer , dr. J. Lardon
Celtherapieën nemen een steeds grotere plaats in binnen de huidige hematologische zorg. Dit artikel beschrijft de rol die het stamcellaboratorium binnen de hematologische en oncologische zorg speelt en hoe dit de komende jaren zal ontwikkelen. Dit artikel geeft een overzicht van de verschillende celproducten en bijbehorende bewerkingen, de regelgeving omtrent celtherapie en de (inter)nationale samenwerkingsverbanden. Daarnaast beschrijft dit artikel de gevolgen voor het laboratorium met betrekking tot de COVID-19-pandemie en toekomstige celtherapiemogelijkheden.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2022;19:81-5)
Lees verderNTVH - 2022, nummer 1, january 2022
R.J.H.M. Verheggen MSc, drs. E.A. de Kort , E. Boerrigter MSc, dr. R.J.M. Brüggemann , prof. dr. N.M.A. Blijlevens
Triazolen vormen de hoeksteen van primaire antifungale profylaxe tijdens de behandeling van patiënten met een hematologische maligniteit. Hun gebruik wordt beïnvloed door significante geneesmiddelinteracties, omdat triazolen remmers zijn van verschillende CYP-iso-enzymen in de lever. Een groot deel van de nieuwe hematologische oncolytica wordt via dit enzymsysteem gemetaboliseerd. In dit artikel bespreken we de geneesmiddelinteracties en bijwerkingen die hiermee samen gaan. Daarnaast geven we praktische adviezen hoe om te gaan met deze interacties en de plek van ‘therapeutic drug monitoring’.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2022;19:14-23)
Lees verderNTVH - 2022, nummer 1, january 2022
drs. A.J.W. van Tilborgh-de Jong , dr. J.C. Wiersum-Osselton , dr. A.W.M.M. Koopman-van Gemert , dr. J. Slomp , dr. M.R. Schipperus
Een transfusiereactie kan ernstige, zelfs fatale gevolgen hebben voor patiënten. Het is van groot belang om transfusiereacties te vermijden of milder te doen verlopen. Analyseren van bijwerkingen van transfusie in het kader van hemovigilantie is een kernactiviteit van bureau TRIP (Transfusie- en Transplantatiereacties in Patiënten). Dit geeft inzicht in aard en oorzaak van deze reacties en biedt handvatten voor inzetten van gericht preventief beleid. TRIP-analyses tonen aan dat volume-overbelasting, ‘transfusion-associated circulatory overload’, kortweg TACO, een belangrijke oorzaak is voor transfusiegerelateerde morbiditeit en de reactie is die gepaard gaat met de meeste mortaliteit bij ontvangers van bloedproducten. Uit literatuur is er kennis over risicofactoren voor TACO. Het wordt aannemelijk geacht dat preventief beleid bij patiënten met een verhoogd risico hierop bijdraagt aan het verbeteren van de patiëntuitkomst. TRIP heeft de afgelopen jaren actief beleid gevoerd om TACO beter te omschrijven en meer bekendheid te geven. Onder andere door bespreking en aanbevelingen in de jaarlijkse rapporten. Door TRIP is een zakkaartje (TACO-tool) ontwikkeld als hulpmiddel voor pretransfusiebeoordeling op risico voor TACO. Het jaarlijks aantal TACO-meldingen per 1.000 toegediende bloedproducten is gaandeweg flink gestegen. Dit zou te maken kunnen hebben met betere bekendheid van TACO door hemovigilantie-activiteiten binnen ziekenhuizen. In een TRIP-enquête ( december 2020) gaven 25/57 instellingen (44% van de respondenten, 30% van totaal aantal meldende instellingen) aan in de periode 2017 t/m 2019 op één of andere wijze gebruik te hebben gemaakt van het zakkaartje om de aandacht te vestigen op TACO. Deze 25 ziekenhuizen hebben in 2017 t/m 2019 55% van het totaal aantal TACO-meldingen aan TRIP gedaan tegen 43% in 2014 t/m 2016. Dit wijst op toegenomen bewustwording voor TACO binnen deze instellingen. Het is aannemelijk dat dit uiteindelijk een positief effect heeft op de patiëntuitkomst door herkennen en behandelen van TACO in een vroeg stadium en eventueel gericht inzetten van preventieve maatregelen bij patiënten met verhoogd risico.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2022;19:24-33)
Lees verderNTVH - 2021, nummer 8, november 2021
drs. E. Mooiweer , drs. J.T.T. Scholte , M.C.E. Schoordijk , dr. D.J. Bruinvels , dr. G.L. van Sluis , dr. O. Visser
Aan de hand van casuïstiek en een literatuuroverzicht bespreken wij werkhervatting bij de hematologische patiënt na stamceltransplantatie (SCT). Bij deze populatie spelen na SCT persisterende psychosociale, somatische en ziektefactoren een grote rol bij de kans op werkhervatting. Desondanks gaat een grote groep patiënten terug aan het werk. Belangrijke factoren geassocieerd met minder kans op werkhervatting zijn myeloablatieve conditionering met ‘total body irradiation’, arbeidsongeschiktheid en niet fulltime werken voor het behandelingstraject. Bewustwording en kennis bij de zorgprofessional kan zorgen voor handvatten en eventueel het proces van werkhervatting faciliteren, ook in de praktijk leidend tot hogere percentages van werkhervatting.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2021;18:359–63)
Lees verder