Articles

ANTIVIRALE THERAPIE BIJ HOOGRISICO COVID-19-PATIËNTEN

NTVH - 2022, nummer Special, zomer 2022

dr. W. Nanhoe

Ondanks volledige vaccinatie houdt een deel van de COVID-19-patiënten een matig tot sterk verhoogd risico op een ernstig ziektebeloop, ook met de huidige omikronvariant. Het betreft oudere patiënten met een combinatie van onderliggende aandoeningen (o.a. obesitas, diabetes, hart- en vaatlijden, hypertensie), patiënten die behandeld worden voor een hematologische of solide kanker en in het bijzonder ernstig immuungecompromitteerde patiënten.1–4 Een behandeling met direct werkende antivirale middelen (bijvoorbeeld nirmatrelvir) of met virus neutraliserende antistoffen kan voor hen zinvol zijn. Bij immuungecompromitteerde patiënten is onderzoek naar de combinatie van deze behandelingen nodig, omdat hiermee de kans op resistentievorming mogelijk vermindert en wellicht ook de werkzaamheid verbetert. Een Europese studie waarin de combinatie van beide antivirale behandelstrategieën bij immuungecompromitteerde patiënten wordt onderzocht (COVIC-19) is net gestart. Ook Nederlandse ziekenhuizen kunnen daarbij aansluiten.

Lees verder

SELECTIEVE JAK2-REMMING BIJ DE BEHANDELING VAN MYELOFIBROSE

NTVH - 2021, nummer Hematologie Actueel, december 2021

Drs. P. van Rijn , dr. W. Nanhoe

De remming van de Janus kinase 2 (JAK2)-signaalroute heeft in het afgelopen decennium bijgedragen aan verbetering van de levensverwachting voor mensen met myelofibrose. Sinds de introductie van de eerste JAK1/2-remmer in 2011 (ruxolitinib), zijn diverse nieuwe tweedegeneratie JAK-remmers in ontwikkeling. Hieronder valt ook de selectieve JAK2-remmer fedratinib. Fedratinib is begin 2021 door de EMA goedgekeurd voor de behandeling van ziektegerelateerde splenomegalie of symptomen bij volwassen patiënten met primaire myelofibrose, myelofibrose na polycythaemia vera of myelofibrose na essentiële trombocytemie die niet eerder met JAK-remmers behandeld zijn of die met ruxolitinib zijn behandeld.

Lees verder

BÈTA-THALASSEMIE EN SIKKELCELZIEKTE: VAN EEN STIL BEHANDELLANDSCHAP NAAR EEN VELD VOLOP IN BEWEGING

NTVH - 2021, nummer Hematologie Actueel, december 2021

dr. W. Nanhoe

Op het gebied van de meest voorkomende hemoglobinopathieën bèta-thalassemie en sikkelcelziekte was er tot voor kort weinig beweging. De afgelopen jaren zijn er echter nieuwe behandelopties toegevoegd aan het lang stil gelegen behandellandschap. Bovendien wordt er volop onderzoek gedaan naar nieuwe toekomstige behandelmogelijkheden. Tijd voor een update, toegelicht door prof. dr. Bart Biemond, hoogleraar Inwendige Geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam.

 

Lees verder

RECIDIEF/REFRACTAIR DLBCL: ALS AUTOLOGE STAMCELTRANSPLANTATIE GEEN OPTIE IS

NTVH - 2021, nummer Hematologie Actueel, december 2021

dr. W. Nanhoe

Voor patiënten met recidief of refractair diffuus grootcellig B-cellymfoom die recidiveren na eerstelijnsbehandeling met R-CHOP is autologe stamceltransplantatie een goede tweedelijnsbehandeloptie, maar wat als patiënten hier niet voor in aanmerking komen of als de behandeling niet aanslaat? In dit artikel worden de behandelopties voor deze patiënten besproken.

Lees verder

NIERINSUFFICIËNTIE BIJ PATIËNTEN MET MULTIPEL MYELOOM

NTVH - 2021, nummer Hematologie Actueel, december 2021

Drs. P. van Rijn , dr. W. Nanhoe

Nierinsufficiëntie is een van de meest voorkomende complicaties bij multipel myeloom (MM). Het komt voor bij circa 50% van de patiënten en ongeveer 5% van de patiënten heeft zelfs hemodialyse nodig.1,2 In de tijd dat er alleen conventionele chemotherapie was voor MM-patiënten, werd nierinsufficiëntie geassocieerd met een mediane overleving van slechts 2 jaar.3 Met de komst van nieuwe middelen is de overleving van patiënten met nierinsufficiëntie aanzienlijk verbeterd, maar ernstige nierinsufficiëntie gaat nog steeds gepaard met een verhoogd risico op vroegtijdig overlijden.4–6

Lees verder

PERIFERE NEUROPATHIE BIJ PATIËNTEN MET MULTIPEL MYELOOM

NTVH - 2021, nummer Hematologie Actueel, december 2021

dr. W. Nanhoe , Drs. P. van Rijn

In de afgelopen tien jaar hebben nieuwe behandelopties, zoals proteasoomremmers en immuunmodulerende middelen, de respons en algehele overleving van patiënten met multipel myeloom (MM) sterk verbeterd. Deze medicijnen maken momenteel deel uit van standaard behandelregimes voor zowel nieuw gediagnosticeerde als recidief/refractaire MM-patiënten, maar zijn niet vrij van bijwerkingen. Behandelingsgerelateerde perifere neuropathie (PN), gedefinieerd als beschadiging, ontsteking of degeneratie van de perifere zenuwen, is een belangrijke complicatie bij MM-patiënten, die kan leiden tot het reduceren of staken van de therapie met een nadelige impact op de werkzaamheid en respons van de behandeling en op de kwaliteit van leven van de patiënt.1–4

Lees verder

DE BETEKENIS VAN PROTEASOOMREMMING VOOR DE BEHANDELING VAN MULTIPEL MYELOOM

NTVH - 2021, nummer Hematologie Actueel, december 2021

dr. W. Nanhoe , Drs. P. van Rijn

In de afgelopen tien jaar is de behandeling en overleving van patiënten met multipel myeloom (MM) aanzienlijk verbeterd dankzij de beschikbaarheid van nieuwe geneesmiddelen, zoals proteasoomremmers (PI’s), immuunmodulerende geneesmiddelen (IMiD’s), monoklonale antilichamen en histondeacetylaseremmers.1–3 Proteasoomremming is een essentiële therapeutische strategie gebleken bij de behandeling van MM. Bortezomib was de eerste PI in deze klasse en werd in 2004 goedgekeurd door het Europees Medicijnagentschap (EMA). Bortezomib wordt momenteel veel toegepast, zowel bij patiënten met nieuw gediagnosticeerde als met recidiverende en/of refractaire (RR) MM. Carfilzomib en ixazomib zijn PI’s van de tweede generatie. Carfilzomib werd in 2015 goedgekeurd door de EMA en is geïndiceerd als monotherapie, of in combinatie met dexamethason (Kd) of met lenalidomide plus dexamethason (KRd) voor de behandeling van patiënten met RRMM. Ixazomib werd in 2016 door de EMA goedgekeurd en is geïndiceerd in combinatie met lenalidomide en dexamethason (IRd) voor de behandeling van patiënten met RRMM. In dit artikel wordt een beknopt overzicht gegeven van de huidige behandelingen met PI’s en de belangrijkste klinische studies waarop deze zijn gebaseerd.4

Lees verder