In de afgelopen tien jaar hebben nieuwe behandelopties, zoals proteasoomremmers en immuunmodulerende middelen, de respons en algehele overleving van patiënten met multipel myeloom (MM) sterk verbeterd. Deze medicijnen maken momenteel deel uit van standaard behandelregimes voor zowel nieuw gediagnosticeerde als recidief/refractaire MM-patiënten, maar zijn niet vrij van bijwerkingen. Behandelingsgerelateerde perifere neuropathie (PN), gedefinieerd als beschadiging, ontsteking of degeneratie van de perifere zenuwen, is een belangrijke complicatie bij MM-patiënten, die kan leiden tot het reduceren of staken van de therapie met een nadelige impact op de werkzaamheid en respons van de behandeling en op de kwaliteit van leven van de patiënt.1–4