Articles

EERSTE T-CELBINDEND BISPECIFIEK ANTILICHAAM ALS NIEUWE BEHANDELOPTIE BIJ DLBCL

NTVH - 2023, nummer Special, najaar 2023

Drs. P. van Rijn

Diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) behoort tot de agressieve non-hodgkinlymfomen en wordt als diagnose in Nederland ongeveer 1.500 keer per jaar gesteld.1 Hoewel in afgelopen jaren nieuwe behandelingen beschikbaar zijn gekomen, blijven de uitkomsten voor patiënten met recidiverende of refractaire ziekte matig, met responspercentages van 20 tot 39% op een eerstelijnsbehandeling met chemo-immunotherapie.2 Voor patiënten die recidiveren na chemo-immunotherapie wordt een behandeling in studieverband aanbevolen.3 Bij patiënten met recidiverende of refractaire (R/R) ziekte na twee of meer lijnen met systemische therapie kan chimere antigeenreceptor (CAR) T-celtherapie overwogen worden.3 Er bestaat echter behoefte aan effectieve, goed verdragen en makkelijker toepasbare therapieën. In de fase I/II-studie EPCORE™ NHL-1 liet epcoritamab, een subcutaan toegediend T-celbindend bispecifiek antilichaam, een hoog algeheel responspercentage en goede verdraagbaarheid zien.4 Deze resultaten leidden in juli dit jaar tot een positieve opinie van het Europees Medicijnagentschap (EMA) voor epcoritamab.5

Lees verder

NIEUWE RESULTATEN MET CAR T-CELTHERAPIE BIJ RECIDIEF/REFRACTAIR MULTIPEL MYELOOM

NTVH - 2023, nummer Special, najaar 2023

Drs. M. Huijsmans , Drs. P. van Rijn

CAR T-celtherapie is de laatste jaren in opkomst als nieuwe behandelstrategie bij hematologische aandoeningen. Momenteel zijn twee anti-BCMA CAR T-celbehandelingen goedgekeurd voor de behandeling van recidief refractair multipel myeloom. Over beide behandelingen werden tijdens het EHA congres van dit jaar nieuwe studieresultaten gepresenteerd door dr. Krina Patel (MD Anderson Cancer Center, University of Texas, VS) en prof. dr. Hermann Einsele (Würzburg University Hospital, Duitsland).1,2

Lees verder

LANGETERMIJN OVERLEVINGSVOORDEEL BIJ CLL NA COMBINATIES MET VENETOCLAX VAN VASTE BEHANDELDUUR

NTVH - 2023, nummer Special, najaar 2023

Drs. M. Huijsmans , Drs. P. van Rijn

De algehele overleving van patiënten met chronische lymfatische leukemie (CLL) is in de afgelopen jaren voortdurend verbeterd als gevolg van belangrijke vorderingen in de behandeling van de ziekte. Venetoclax is een krachtige en selectieve remmer van het BCL2-eiwit, een anti-aptoptotisch eiwit dat in CLL-cellen overmatig tot expressie komt en daarmee een belangrijke therapeutische target is. Het bijzondere van venetoclax is dat het een vaste behandelduur mogelijk maakt van 12 maanden in de eerstelijnssetting en 24 maanden in de recidief/refractaire setting. In beide situaties is venetoclax met vaste duur in verschillende combinaties nader onderzocht in twee langlopende klinische studies (CLL13 en MURANO). De resultaten daarvan werden dit jaar tijdens het EHA-congres gepresenteerd door respectievelijk dr. Othman Al-Sawaf (Universiteitsziekenhuis van Keulen, Duitsland) en prof. dr. Arnon Kater (Amsterdam UMC, locatie AMC).1,2 Uit beide studies kwam naar voren dat de onderzochte combinaties met venetoclax met een vaste behandelduur ook op lange termijn effectief zijn bij CLL.

Lees verder

IDH1-REMMING MET IVOSIDENIB BIJ NIEUW GEDIAGNOSTICEERDE PATIËNTEN MET ACUTE MYELOÏDE LEUKEMIE NIET FIT VOOR INTENSIEVE CHEMOTHERAPIE

NTVH - 2022, nummer Hematologie Actueel, december 2022

Drs. P. van Rijn

IDH-MUTATIES BIJ AML

Isocitraat dehydrogenase 1 en 2 (IDH1/2) zijn enzymen die een sleutelrol vervullen bij diverse cellulaire functies, waaronder regulering van het koolhydraatmetabolisme, epigenetica, differentiatie en DNA-herstel. IDH1/2-mutaties worden beschouwd als eerste of ten minste vroege manifestaties bij het ontstaan van IDH1/2 gemuteerde AML en veroorzaken een blokkade van de myeloïde differentiatie. Gerichte behandeling van IDH1/2-mutante AML-cellen met IDH1/2-remmers leidt tot een sterke afname van de vorming van oncometaboliet D-2-HG en op celniveau tot inductie van myeloïde differentiatie. (zie Figuur 1) Eén van de logische bijwerkingen van IDH1/2-remmers is dan ook het differentiatiesyndroom, dat voorkomt bij ongeveer 15% van de behandelde patiënten.3-6

Lees verder

Minimale restziekte bij multipel myeloom

NTVH - 2022, nummer Special, zomer 2022

Drs. P. van Rijn

Door de ontwikkeling van steeds effectievere therapeutische interventies voor multipel myeloom (MM) is niet alleen het behandelparadigma verschoven, maar tevens de noodzaak van steeds verder verfijnde, gevoelige, nauwkeurige en gestandaardiseerde maatstaven voor restziekte. Tegenwoordig is minimale restziekte (‘minimal residual disease’, MRD) haalbaar binnen het gehele ziektespectrum en kan een behandelaar zijn patiënt met MM het vooruitzicht bieden op ziektecontrole over een langere termijn. De beoordeling van resterende tumorlast en de kinetiek van de tumorgroei is daardoor een belangrijk aandachtspunt geworden in het overleg tussen arts en patiënt over het behandelplan en besluiten om het behandelregime al dan niet te veranderen, stop te zetten of te intensiveren. Prof. dr. Pieter Sonneveld (Erasmus MC) werd gevraagd naar de betekenis van MRD bij MM, de huidige ontwikkelingen en zijn toekomstverwachtingen daaromtrent.

Lees verder

Meetbare restziekte bij acute myeloïde leukemie (ELN consensus, 2021)

NTVH - 2022, nummer Special, zomer 2022

Drs. P. van Rijn

Meetbare restziekte (‘measurable residual disease’, MRD), voorheen minimale restziekte genoemd, wordt gebruikt als belangrijke biomarker voor de beoordeling van de prognose en werkzaamheid en voor monitoring van patiënten met acute myeloïde leukemie (AML). Beoordeling van MRD bij AML is gecompliceerd, maar klinisch zeer relevant. Bij AML-patiënten is de aanwezigheid van MRD, zowel na intensieve chemotherapie als niet-intensieve inductietherapie, geassocieerd met slechte uitkomsten.1-5 MRD-monitoring kan waardevol zijn bij de keuze van behandeling, vaststelling van vroegtijdig recidief en als surrogaat eindpunt in klinische studies om de ontwikkeling van nieuwe behandelregimes te versnellen. De MRD-werkgroep van het European LeukemiaNet (ELN) heeft afgelopen jaar de MRD-aanbeveling uit 2018 herzien vanwege belangrijke nieuwe ontwikkelingen op dit gebied.6 Dr. Peter Valk, moleculair bioloog in het Erasmus MC, werd gevraagd naar de impact van de herziene ELN-consensus op de diagnostiek en klinische praktijk van MRD.

Lees verder

RISICO- EN RESPONSGESTUURDE EERSTELIJNSBEHANDELING BIJ HODGKINLYMFOOM

NTVH - 2022, nummer Special, zomer 2022

Drs. P. van Rijn

Decennialang is de prognose van klassiek Hodgkinlymfoom (HL) vooruitgegaan dankzij verbeterde behandelmogelijkheden, die hebben geleid tot een hoge mate van genezing. 1 Hoewel de meeste patiënten uiteindelijk met de standaardbehandeling van HL zullen genezen, lopen zij een risico op complicaties op de langere termijn, waaronder een sterke toename van cardiopulmonale toxiciteit, secundaire maligniteit en een verminderde kwaliteit van leven.2 Om die reden richt de aandacht zich momenteel hoofdzakelijk op het optimaliseren van de kansen op genezing gekoppeld aan minimale (late) toxiciteit. De huidige benadering van risico- en responsgestuurde behandeling van HL gaat hoofdzakelijk uit van intensivering of de-escalatie van chemotherapie. In meer recente benaderingen wordt dit gecombineerd met nieuwe immuuntherapieën, met gunstige resultaten tot gevolg.

Lees verder