NTVH - 2021, nummer Hematologie Actueel, december 2021
Drs. P. van Rijn , dr. W. Nanhoe
Nierinsufficiëntie is een van de meest voorkomende complicaties bij multipel myeloom (MM). Het komt voor bij circa 50% van de patiënten en ongeveer 5% van de patiënten heeft zelfs hemodialyse nodig.1,2 In de tijd dat er alleen conventionele chemotherapie was voor MM-patiënten, werd nierinsufficiëntie geassocieerd met een mediane overleving van slechts 2 jaar.3 Met de komst van nieuwe middelen is de overleving van patiënten met nierinsufficiëntie aanzienlijk verbeterd, maar ernstige nierinsufficiëntie gaat nog steeds gepaard met een verhoogd risico op vroegtijdig overlijden.4–6
Lees verderNTVH - 2021, nummer Hematologie Actueel, december 2021
dr. W. Nanhoe , Drs. P. van Rijn
In de afgelopen tien jaar hebben nieuwe behandelopties, zoals proteasoomremmers en immuunmodulerende middelen, de respons en algehele overleving van patiënten met multipel myeloom (MM) sterk verbeterd. Deze medicijnen maken momenteel deel uit van standaard behandelregimes voor zowel nieuw gediagnosticeerde als recidief/refractaire MM-patiënten, maar zijn niet vrij van bijwerkingen. Behandelingsgerelateerde perifere neuropathie (PN), gedefinieerd als beschadiging, ontsteking of degeneratie van de perifere zenuwen, is een belangrijke complicatie bij MM-patiënten, die kan leiden tot het reduceren of staken van de therapie met een nadelige impact op de werkzaamheid en respons van de behandeling en op de kwaliteit van leven van de patiënt.1–4
Lees verderNTVH - 2021, nummer Hematologie Actueel, december 2021
Drs. P. van Rijn
NTVH - 2021, nummer Hematologie Actueel, december 2021
Drs. P. van Rijn
In juni 2021 heeft de HOVON Acute Leukemie werkgroep in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Hematologie, MODHEM en Hematon een update van de richtlijn Acute Myeloïde Leukemie (AML) uitgebracht.1 Deze update wordt noodzakelijk gevonden omdat de diagnostiek en behandeling van AML de laatste jaren snel aan het veranderen is. Dat heeft te maken met de inzichten in de moleculaire pathofysiologie, de heterogeniteit van de ziekte, de rol van minimale restziekte detectie (‘minimal residual disease’, MRD) en de beschikbaarheid van nieuwe geneesmiddelen. In de periode van 2017–2020 zijn maar liefst 8 nieuwe middelen door de FDA en 5 middelen door de EMA goedgekeurd voor de behandeling van AML. De registratie van deze nieuwe middelen met specifieke toepassingen illustreert de complexiteit van de behandeling van AML. Mede gezien de snelle ontwikkelingen en steeds verder gepersonaliseerde behandelingen, vindt de HOVON-werkgroep het belangrijk dat diagnostiek en behandeling van AML-patiënten in de dagelijkse praktijk zorgvuldig en gestructureerd plaats vindt.
Lees verder
NTVH - 2021, nummer Hematologie Actueel, december 2021
Drs. P. van Rijn
Meerdere klinische studies met patiënten met chronische lymfatische leukemie (CLL) hebben laten zien dat gerichte remming van BTK, BCL-2 en PI3Kδ leidt tot betere resultaten en verlengde progressievrije overleving bij patiënten met of zonder specifieke risicokenmerken. De toepassing van deze nieuwe, orale, doelgerichte behandelingen (alleen of in combinatie met andere behandelingen zoals anti-CD20-antilichamen) hebben de toepassing van chemo-immuuntherapie bij de behandeling van CLL bijna volledig vervangen. De ontwikkeling van nieuwe behandelopties is erop gericht om tekortkomingen van de huidige doelgerichte behandelingen voor individuele patiënten te verhelpen.
Lees verderNTVH - 2021, nummer Hematologie Actueel, december 2021
Drs. P. van Rijn
Tijdens ASH 2021 presenteerde prof. dr. John Seymour een update van het bijwerkingenprofiel van acalabrutinib in vergelijking met ibrutinib.1 Daarbij werd de incidentie van enkele bij BTK-remmers veel voorkomende cardiovasculaire events (atriumfibrilleren, hypertensie en bloedingen) gerelateerd aan de blootstellingsduur van beide geneesmiddelen en de duur van de events.
Lees verderNTVH - 2021, nummer Hematologie Actueel, december 2021
Drs. P. van Rijn
In de publicatie van de resultaten van de ELEVATE-RR-studie bij patiënten met eerder behandelde chronische lymfatische leukemie (CLL) kwam naar voren dat acalabrutinib in vergelijking tot ibrutinib een gelijkwaardige progressievrije overleving laat zien, maar met significant minder atriumfibrilleren.
Lees verder