De algehele overleving van patiënten met chronische lymfatische leukemie (CLL) is in de afgelopen jaren voortdurend verbeterd als gevolg van belangrijke vorderingen in de behandeling van de ziekte. Venetoclax is een krachtige en selectieve remmer van het BCL2-eiwit, een anti-aptoptotisch eiwit dat in CLL-cellen overmatig tot expressie komt en daarmee een belangrijke therapeutische target is. Het bijzondere van venetoclax is dat het een vaste behandelduur mogelijk maakt van 12 maanden in de eerstelijnssetting en 24 maanden in de recidief/refractaire setting. In beide situaties is venetoclax met vaste duur in verschillende combinaties nader onderzocht in twee langlopende klinische studies (CLL13 en MURANO). De resultaten daarvan werden dit jaar tijdens het EHA-congres gepresenteerd door respectievelijk dr. Othman Al-Sawaf (Universiteitsziekenhuis van Keulen, Duitsland) en prof. dr. Arnon Kater (Amsterdam UMC, locatie AMC).1,2 Uit beide studies kwam naar voren dat de onderzochte combinaties met venetoclax met een vaste behandelduur ook op lange termijn effectief zijn bij CLL.