VIER VRAGEN OVER: voeding en antistolling

september 2019 Beter Leven Eline Feenstra

Voeding heeft een belangrijke invloed op antistollingsbehandelingen en is gedeeltelijk verantwoordelijk voor de dagelijkse (beperkte) schommelingen van de stollingstijd, zoals uitgedrukt in INR waarden. Grote INR-schommelingen worden echter nooit alleen door de voeding veroorzaakt.

1. Kijk uit met vitamine K

Een van de voedingsstoffen die wel in verband wordt gebracht met bloedstolling is vitamine K. Vitamine K werkt het effect van antistollingsmiddelen tegen zodat het bloed dus dikker wordt. Het lichaam heeft maar kleine hoeveelheden vitamine K nodig om goed te werken, en dit wordt uit de voeding gehaald. Aangezien we iedere dag wel wat anders eten, varieert dus de dagelijkse inname van vitamine K en dit geeft vervolgens schommelingen van de INR bij patiënten onder antistolling.

2. Wintergroente en zomergroente

Het zijn met name bladgroenten zoals sla, spinazie en waterkers, en koolsoorten als broccoli, spruitjes en die veel vitamine K bevatten. Andere groenten zoals tomaten, komkommer, pepers, aardappelen bevatten juist weer weinig vitamine K. Eenvoudig gesteld komt het erop neer dat Nederlanders in de winter meer kool eten en dus een hogere vitamine K-intake hebben dan in de zomer, wanneer juist veel saladegroenten op het menu staan. Patiënten die antistollingsmiddelen toegediend krijgen, moeten in de winter vaak een hogere dosis krijgen. In de zomer, als er veel tomaten en komkommers gegeten worden, moet de dosis vaak omlaag worden bijgesteld.

3. Let op vet

Ook het vetgehalte van het eten speelt een rol. Wanneer mensen aan de lijn gaan, nemen ze vaak minder vet tot zich. Maar vitamine K wordt alleen opgenomen in combinatie met vet. Een vetarm dieet zal dus een lagere vitamine K-intake betekenen, en dat houdt automatisch in dat de INR omhoog gaat. Als mensen op dieet gaan, beïnvloedt dit ook de antistolling. Ten eerste krijgen ze misschien minder vitamine K binnen (afhankelijk van wat ze eten) dan gewoonlijk, maar belangrijker is dat ze minder vet eten. Vitamine K wordt enkel opgenomen in aanwezigheid van vet. Als er dus minder vet wordt gegeten, zal er minder vitamine K worden opgenomen, zelfs al zit het in de voeding, en zal de INR omhoog gaan.

4. Pas op met alcohol

Alles wat de lever beïnvloedt, beïnvloedt de stolling. Alcoholgebruik is een bekende belasting voor de lever. Is de lever gezond, dan is af en toe een glaasje wijn of bier geen probleem. Maar als de lever om wat voor reden dan ook niet optimaal functioneert, dan heeft alcohol een groter effect en in dat geval ontraden stollingsdiëtisten alcohol liever.

Bron
1. https://www.denationaletrombosedienst.nl/client/vitamine-k/