Articles

Auto-immuuncytopenieën bij patiënten met chronische lymfatische leukemie: een beknopt overzicht met aanbevelingen voor de praktijk

NTVH - 2019, nummer 7, october 2019

drs. T.R. de Back , prof. dr. A.P. Kater , dr. S.H. Tonino

SAMENVATTING

Chronische lymfatische leukemie (CLL) wordt vaak gecompliceerd door cytopenieën, hetzij door beenmerginfiltratie, dan wel door auto-immuniteit. De morbiditeit als gevolg van auto-immuuncytopenieën (AIC) kan aanzienlijk zijn. Bovendien neemt het infectierisico toe en kunnen reeds bestaande infecties ontsporen als gevolg van immuunsuppressieve medicatie. Pathofysiologisch blijken CLL-cellen te fungeren als antigeen-presenterende cellen (APC’s) en gezonde B-cellen te stimuleren tot auto-antilichaamproductie, in een milieu van gebrekkige immuunsurveillance door T-cellen. Auto-immuuncytopenieën moeten worden onderscheiden van cytopenieën als gevolg van beenmerginfiltratie vanwege de therapeutische en prognostische consequenties. Nieuwe ‘targeted therapies’ laten veelbelovende effectiviteit zien en lijken veilig te zijn in de behandeling van CLL, gecompliceerd door AIC.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2019;16:321–8)

Lees verder

HOVON 141: een prospectieve, multicentrische, gerandomiseerde fase 2-studie omtrent ibrutinib en venetoclax bij fitte en niet-fitte patiënten met een creatinineklaring ≥30 ml/min en recidiverende of refractaire chronische lymfatische leukemie (RR-CLL) met of zonder TP53-afwijkingen

NTVH - 2018, nummer 2, march 2018

drs. L. van der Straten , dr. M.D. Levin , dr. H.P.J. Visser , dr. M.E.D. Chamuleau , dr. E. van der Spek , dr. M. van der Klift , dr. W.E.F.M. Posthuma , dr. S. Kersting , dr. M.R. Schaafsma , dr. B.C. Tanis , dr. M. Bellido , dr. E.M.G. Jacob , dr. A. Beeker , dr. J.M.I. Vos , dr. S. de Jonge-Peeters , dr. J.K. Doorduijn , dr. M.B.L. Leys , dr. R.J.W. van Kampen , dr. G.J. Veldhuis , dr. J. Droogendijk , drs. I. Ludwig , dr. R. Mous , dr. K.G. van der Hem , dr. E.C. Dompeling , prof. dr. A.P. Kater

SAMENVATTING

De HOVON 141-studie (ook wel de ‘Vision Trial’ in de Nordic CLL study group genoemd) is ontwikkeld om te evalueren of behandeling met venetoclax en ibrutinib (VI) bij fitte en niet-fitte patiënten met recidiverende of refractaire chronische lymfatische leukemie (RR-CLL) kan leiden tot MRD-negativiteit en zodoende langdurige remissie kan bewerkstelligen. Het primaire eindpunt is progressievrije overleving op 27 maanden, voor de groep die is gerandomiseerd tot het stoppen van de behandeling.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2018;15:87–91)

Lees verder

Bijwerkingen van ibrutinib en idelalisib: een praktijkgerichte aanpak

NTVH - 2018, nummer 1, january 2018

dr. I. de Weerdt , S.M. Koopmans , prof. dr. A.P. Kater , dr. M. van Gelder

SAMENVATTING

Het gebruik van nieuwe B-celreceptor-signaleringsremmers leidt tot hoge responspercentages en langdurige progressievrije overleving bij patiënten met indolente B-celmaligniteiten, zoals chronische lymfatische leukemie, folliculair lymfoom, mantelcellymfoom en Waldenström. Ibrutinib, de eerste Bruton’s tyrosinekinaseremmer, en idelalisib, de eerste fosfatidylinositol-3-kinase-δ-remmer, voorzien met name in onvervulde behoeften voor patiënten met gerecidiveerde of refractaire ziekte, hoogrisico cytogenetische of moleculaire kenmerken, of comorbiditeit. Behandeling met ibrutinib en idelalisib wordt over het algemeen goed verdragen, zelfs door oudere patiënten. Het gebruik van deze middelen brengt echter bijwerkingen met zich mee die zich onderscheiden van de bijwerkingen van immuunchemotherapie. In dit overzichtsartikel bespreken wij de meest frequent gerapporteerde en/of klinisch meest relevante bijwerkingen met aanbevelingen voor hun aanpak.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2018;15:3–14)

Lees verder

HOVON 140: een prospectieve, multicentrische, gerandomiseerde fase 3-studie omtrent de effectiviteit van standaard chemo-immuuntherapie (FCR/BR) versus rituximab en venetoclax (RVe) versus obinutuzumab (GA101) en venetoclax (GVe) versus obinutuzumab en ibrutinib en venetoclax (GIVe) bij fitte patiënten met onbehandelde chronische lymfatische leukemie (CLL) zonder del(17p) of TP53-mutatie

NTVH - 2017, nummer 8, december 2017

drs. L. van der Straten , dr. M.D. Levin , dr. K.L. Wu , dr. A. van Hoof , prof. dr. E. van den Neste , dr. H. Demuynck , prof. dr. A.M.H. Janssens , dr. D. Deeren , dr. H.P.J. Visser , dr. J. Regelink , dr. M.E.D. Chamuleau , dr. E. van der Spek , drs. R.S. Boersma , dr. M. van der Klift , dr. R.F.J. Schop , dr. W.E.F.M. Posthuma , dr. D.E. Issa , drs. J.J. Wegman , dr. S. Wittebol , dr. L.W. Tick , dr. M.R. Schaafsma , dr. B.C. Tanis , dr. M. Bellido , dr. A. Beeker , dr. M. Hoogendoorn , prof. dr. J.H. Veelken , prof. dr. H.C. Schouten , dr. H.R. Koene , K. Oosterveld , dr. S.A.J. Croockewit , dr. M.B.L. Leys , dr. G.J. Veldhuis , dr. C.A.M. Idink , dr. J. Droogendijk , dr. R. Mous , dr. A. Koster , dr. K.G. van der Hem , dr. E.C. Dompeling , prof. dr. M.H.J. van Oers , prof. dr. A.P. Kater

SAMENVATTING

De HOVON 140 (de GA101 Ibrutinib ABT101 (GAIA)-studie) is ontwikkeld om te evalueren of chemo-immuuntherapie (FCR/BR) in de eerstelijnsbehandeling van fitte patiënten met chronische lymfatische leukemie kan worden vervangen door gerichte therapie met venetoclax (en ibrutinib) in combinatie met anti-CD20-antistoffen.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:390–4)

Lees verder

Plaatsbepaling en overwegingen voor allogene hematopoëtische stamceltransplantatie bij geselecteerde patiënten met CLL

NTVH - 2017, nummer 7, october 2017

dr. M. van Gelder , dr. L. de Wreede , prof. dr. A.P. Kater , prof. dr. J. Schetelig

SAMENVATTING

Allogene hematopoëtische stamceltransplantatie (allo-HCT) als behandelmogelijkheid voor ‘relapsed/refractory’ chronische lymfatische leukemie (CLL) is op de achtergrond geraakt met de komst van de B-celreceptor-‘pathway’ (BCRi) en BCL2 (BCL2i)-remmers. Alhoewel er met deze middelen hoge remissiepercentages worden bereikt, kunnen mettertijd toch recidieven ontstaan of moet de behandeling vanwege bijwerkingen worden gestaakt, waardoor de prognose nadelig wordt beïnvloed. Het is dan met name voor de jongere CLL-patiënt van belang om allo-HCT als behandelmogelijkheid in gedachten te houden, vanwege de behoorlijke kans op langdurige progressievrije overleving. In dit artikel worden de resultaten van recent gepubliceerde EBMT-studies bediscussieerd die behulpzaam kunnen zijn bij het identificeren van die patiënten waarbij allo-HCT eerder of juist later zou kunnen worden overwogen vanwege het risico op behandeling-gerelateerde sterfte en de uitkomst op de langere termijn. Omdat de uitkomsten van allo- HCT beter zijn bij patiënten in remissie, worden ook de resultaten van de eerste prospectieve studie die de effectiviteit van remissie-inductie met immuunchemotherapie voorafgaande aan allo-HCT onderzocht (HOVON 88) samengevat, evenals preliminaire gegevens van het gebruik van BCRi voorafgaande aan allo-HCT. Ten slotte worden overwegingen gegeven voor het afwegen en timen van allo-HCT in het behandeltraject.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:315–24)

Lees verder

Goede afspraken zijn dringend nodig voor diagnostiek van CLL

NTVH - 2017, nummer 7, october 2017

prof. dr. A.P. Kater , dr. M. van Gelder

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:325–6)

Lees verder

Sessie: HOVON educational chronische lymfatische leukemie

NTVH - 2017, nummer 9, april 2017

prof. dr. A.P. Kater

Lees verder