Articles

HUIDIGE ONTWIKKELINGEN IN DE BEHANDELING VAN MULTIPEL MYELOOM

NTVH - 2025, nummer Special, zomer 2025

dr. Max Teuwen

In de afgelopen decennia is het inzicht in de onderliggende biologie van multipel myeloom aanzienlijk toegenomen, in het bijzonder ten aanzien van de cytogenetica en moleculaire kenmerken van de ziekte, met verbeteringen in de vroegdiagnostiek, risicostratificatie en de behandeling van de ziekte tot gevolg.1 Deze kennis heeft de weg vrijgemaakt voor de ontwikkeling van een reeks van innovatieve behandelingsstrategieën, die hebben bijgedragen aan betere responspercentages en een langere overleving. 2,3 De vooruitgang in de behandeling van patiënten met multipel myeloom van de afgelopen decennia heeft uiteindelijk geleid tot een verlenging van de mediane overleving van ongeveer drie jaar naar 8–10 jaar.4 Volgens een Australische projectie zal tussen 2018 en 2043 de prevalentie van de ziekte verder toenemen als gevolg van een stijging van het voor leeftijd gecorrigeerde incidentiepercentage met 14,9% en een verdere afname van de mortaliteit met 27,5%.5 In dit artikel worden de huidige behandelopties besproken, evenals de veelbelovende ontwikkelingen die in de nabije toekomst worden verwacht voor de behandeling van patiënten met multipel myeloom.

Lees verder

MIDAS: IsaKRd-INDUCTIETHERAPIE BIJ TRANSPLANTATIEGESCHIKTE PATIËNTEN MET NDMM

NTVH - 2025, nummer Special, zomer 2025

dr. Max Teuwen

Voor patiënten met nieuw gediagnosticeerd multipel myeloom die in aanmerking komen voor een autologe stamceltransplantatie is een voorafgaande inductietherapie met een viervoudig behandelschema de standaardbehandeling.1 Viervoudige behandelschema’s waarbij een anti-CD38 monoklonaal antilichaam, een proteasoomremmer, een immuunmodulerend geneesmiddel en dexamethason worden gecombineerd, hebben de eerstelijnsbehandeling veranderd en de prognose verder verbeterd.2–5 In de fase III-studie IFM2020-02-MIDAS wordt een op meetbare restziekte gebaseerde consolidatie- en onderhoudsstrategie na inductietherapie met een viervoudig behandelschema bestaande uit isatuximab, carfilzomib, lenalidomide en dexamethason onderzocht.6 Onlangs zijn van deze studie de tussentijdse resultaten direct na de inductieperiode gepubliceerd in het tijdschrift Blood.6

Lees verder

UMCG gaat zelf CAR T-cellen produceren als behandeling bij recidief/refractair multipel myeloom

NTVH - jaargang 2, nummer Hematologie van de Toekomst, voorjaar 2025

dr. Max Teuwen

Binnenkort start een landelijk onderzoek naar de toepassing van zelfgeproduceerde chimere antigeenreceptor (CAR) T-cellen voor de behandeling van patiënten met recidief/refractair multipel myeloom. Dit veelbelovende project, uitgevoerd door het UMCG in samenwerking met het Amsterdam UMC, heeft een looptijd van 6 jaar en wordt gefinancierd door een subsidie van 16,5 miljoen euro van Zorginstituut Nederland en ZonMW. Dr. Wilfried Roeloffzen, internist-hematoloog in het UMCG, is nauw betrokken en licht het onderzoek toe en deelt zijn visie op de potentiële impact van deze therapie.

Lees verder

‘Hiermee kunnen we ruim 800 eiwitten detecteren uit slechts één druppel bloed’

NTVH - jaargang 2, nummer Hematologie van de Toekomst, voorjaar 2025

dr. Max Teuwen

Waldenström’s macroglobulinemie (WM) is een zeldzame vorm van beenmergkanker waarbij kwaadaardige B-lymfocyten een specifiek eiwit, IgM, produceren en in het bloed afscheiden.1,2 Hoewel behandelingen zoals chemo-immunotherapie en remmers van Bruton-tyrosinekinase (BTK) beschikbaar zijn, kunnen deze de ziekte niet genezen.1,2 De symptomen en ziektelast variëren sterk tussen patiënten, maar de oorzaken van deze verschillen zijn nog niet volledig duidelijk. Recente onderzoeken suggereren dat inflammatie de behandelingsrespons bij WM-patiënten beïnvloedt, maar er is meer onderzoek nodig om de rol van inflammatie en andere factoren te doorgronden.3–5 Dr. Pieter Langerhorst, onderzoeker Moleculaire Hematologie bij Sanquin Amsterdam in de groep van Dr. Maartje van den Biggelaar, doet daarom in samenwerking met het Amsterdam UMC onderzoek door middel van Plasma Proteomics om meer inzicht te verkrijgen in deze processen.

Lees verder

BENEGENE-2: GENTHERAPIE MET FIDANACOGENE ELAPARVOVEC WERKZAAM EN VEILIG BIJ HEMOFILIE B

NTVH - 2024, nummer Hematologie Actueel, winter 2024

dr. Max Teuwen

Hemofilie B is een zeldzame, X-gebonden aandoening die wordt veroorzaakt door mutaties in het FIX-gen.1,2 Deze aandoening leidt tot een verlaagd of zelfs volledig afwezig niveau van stollingsfactor IX, wat resulteert in ernstige, langdurige bloedingen.3 Veel patiënten met een ernstige vorm van hemofilie B ondergaan intraveneuze substitutie van deze stollingsfactor om het risico op bloedingen te beperken.3 Monoklonale antilichamen worden ook steeds vaker ingezet als profylactische behandeling.3 Tot voor kort was etranacogene dezaparvovec de enige gentherapie met EMA-goedkeuring voor hemofilie B, maar inmiddels heeft het EMA ook fidanacogene elaparvovec goedgekeurd. In dit artikel worden de resultaten van deze nieuwe gentherapie voor hemofilie B beschreven.

Lees verder

AANHOUDENDE WERKZAAMHEID EN VEILIGHEID VAN ZANUBRUTINIB BIJ CLL OF SLL

NTVH - 2024, nummer Hematologie Actueel, winter 2024

dr. Max Teuwen

Chronische lymfatische leukemie (CLL) is de meest voorkomende vorm van leukemie bij volwassenen in de westerse wereld en vertegenwoordigt een kwart van alle gevallen van leukemie.1 Ibrutinib, een remmer van Bruton-tyrosinekinase (BTK) van de eerste generatie, is onderdeel van de standaardbehandeling voor zowel de eerstelijnssetting als de gerecidiveerde of refractaire setting.2-4 Echter, bijwerkingen zoals atriumfibrilleren, hypertensie en bloedingen kunnen het gebruik ervan beperken.2-4 Zanubrutinib is een BTK-remmer van de tweede generatie, met een hoge kinaseselectiviteit. 5-7 De primaire analyse van de fase III-studie ALPINE toonde aan dat zanubrutinib leidt tot betere klinische uitkomsten en minder cardiale bijwerkingen dan ibrutinib.8 Recentelijk zijn ook de resultaten van de definitieve analyse van de ALPINE-studie gepubliceerd.9

Lees verder