De toegenomen kennis over de pathogenese van chronische lymfatische leukemie (CLL) heeft zich in het afgelopen decennium vertaald in een groot aantal nieuwe behandelopties voor patiënten. Nieuwe prognostische markers en geneesmiddelen (met name anti-CD20 antilichamen en selectieve inhibitoren) hebben bijgedragen aan een paradigmaverschuiving in de behandeling van onbehandelde en recidiverende/ refractaire CLL-patiënten met betere klinische uitkomsten.