Meetbare restziekte (‘measurable residual disease’, MRD), voorheen minimale restziekte genoemd, wordt gebruikt als belangrijke biomarker voor de beoordeling van de prognose en werkzaamheid en voor monitoring van patiënten met acute myeloïde leukemie (AML). Beoordeling van MRD bij AML is gecompliceerd, maar klinisch zeer relevant. Bij AML-patiënten is de aanwezigheid van MRD, zowel na intensieve chemotherapie als niet-intensieve inductietherapie, geassocieerd met slechte uitkomsten.1-5 MRD-monitoring kan waardevol zijn bij de keuze van behandeling, vaststelling van vroegtijdig recidief en als surrogaat eindpunt in klinische studies om de ontwikkeling van nieuwe behandelregimes te versnellen. De MRD-werkgroep van het European LeukemiaNet (ELN) heeft afgelopen jaar de MRD-aanbeveling uit 2018 herzien vanwege belangrijke nieuwe ontwikkelingen op dit gebied.6 Dr. Peter Valk, moleculair bioloog in het Erasmus MC, werd gevraagd naar de impact van de herziene ELN-consensus op de diagnostiek en klinische praktijk van MRD.