Er is geruime keuze wat betreft behandelingen voor recidief, refractair multipel myeloom (RRMM), maar welke behandeling optimaal is voor een specifieke patiënt is afhankelijk van het klinische scenario.1 Immuunmodulerende middelen (‘immunomodulating drugs’, IMiD’s) zoals thalidomide, lenalidomide (LEN) en pomalidomide (POM) hebben een brede biologische activiteit, waarbij meerdere signaleringscascades betrokken zijn.2-4 Behandeling met proteasoomremmers (‘proteasome inhibitors’, PI’s) zoals bortezomib (BOR), carfilzomib (CAR) en ixazomib (IXA) zorgt voor de opstapeling van foutief gevouwen eiwitten in cellen, waarna de cellen in apoptose gaan.1 Daarnaast zijn monoklonale antilichamen beschikbaar, gericht op ofwel CD38, zoals daratumumab (DARA) en isatuximab (ISA), ofwel op SLAM7, zoals elotuzumab (ELO).1 Chemotherapie wordt ingezet in combinatie met andere middelen, zoals in de DT-PACE en CyBorD-behandelregimes.1 Daarnaast wordt het cytostaticum melfalan gebruikt als conditioneringsbehandeling voorafgaand aan allogene stamceltransplantatie (aSCT).1,5 Venetoclax (VEN) is effectief gebleken bij de behandeling van patiënten met een t(11:14)-mutatie, maar is op dit moment binnen de EU alleen goedgekeurd voor de behandeling van chronische lymfatische leukemie (CLL) en acute myeloïde leukemie (AML).6 Selinexor (SEL) kan worden gecombineerd met DEX en eventueel BOR.7 Daarnaast zijn er behandelingen beschikbaar die zich richten op T-cellen, zoals de CAR-T-celtherapieën idecabtagene vicleucel en ciltacabtagene autoleucel en BITE-therapie.8,9 In Figuur 1 zijn de farmacologische werkingsmechanismen van deze RRMM-behandelingen geïllustreerd.