Samenvatting

Hoewel de resultaten van therapie bij patiënten met multipel myeloom (MM) de laatste decennia zijn verbeterd, zijn er tot op heden geen curatieve behandelingen beschikbaar. In de afgelopen 2 decennia zijn de mogelijkheden tot behandeling van MM aanzienlijk uitgebreid. De standaardbehandeling in de eerste lijn bestaat uit chemotherapie gevolgd door autologe stamceltransplantatie (ASCT). Door de introductie van nieuwe middelen is de algehele overleving (‘overall survival’; OS) en progressievrije overleving (PFS) verbeterd. Daratumumab, een monoklonaal antilichaam gericht tegen CD38, lijkt een veelbelovend middel te zijn. Verschillende fase 1/2- studies laten een verbetering in PFS en OS zien bij voorbehandelde patiënten met een recidief of refractair MM (RRMM). In de IFM2015/HOVON131-studie wordt daratumumab geïncorporeerd in de verschillende fases van behandeling. Belangrijke eindpunten zijn respons, OS en PFS. Tevens zal onder andere de ‘minimal residual disease’ (MRD)-status worden meegenomen in de evaluatie. Deze studie is een samenwerking tussen HOVON en IFM en wordt uitgevoerd in België, Frankrijk, Luxemburg en Nederland.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2016;13:156–60)