Chronische lymfatische leukemie (CLL) wordt gekenmerkt door de ophoping van maligne B-cellen in het bloed. De huidige behandelopties bestaan voornamelijk uit chemoimmuuntherapie, kinaseremmers en BCL2-remmers. Voor acute lymfatische leukemie zijn er meerdere succesvolle experimentele behandelingen, gebaseerd op (autologe) T-cellen. Naar verwachting zijn dergelijke therapieën minder efficiënt bij CLL, omdat er bij CLL meerdere T-celdefecten zijn. Van Bruggen en collega’s proberen tot een oplossing te komen voor deze T-celdysfunctie bij CLL, opdat autologe T-celtherapieën – met name CAR-T-celtherapie – wellicht wel een nuttige behandeloptie voor CLL zouden kunnen worden.