Het merendeel van de patiënten met nieuw gediagnosticeerde chronische myeloïde leukemie (CML) in de chronische fase wordt behandeld met één van de vier goedgekeurde ATP-competitieve tyrosinekinaseremmers (TKI’s): de eerstegeneratie-TKI imatinib of de tweedegeneratie-TKI’s nilotinib, dasatinib of bosutinib. Veel patiënten die imatinib of een tweedegeneratie-TKI als eerstelijnsbehandeling krijgen, wisselen in het eerste jaar van geneesmiddel, meestal vanwege bijwerkingen die hun kwaliteit van leven negatief beïnvloeden. Om die reden hebben patiënten met nieuw gediagnosticeerde CML in de chronische fase behoefte aan een nieuwe eerstelijnsbehandeling die zowel werkzaam is als een acceptabel veiligheidsprofiel heeft. Mogelijk is hierin een rol weggelegd voor de BCR::ABL1-remmer asciminib.