Dordrechtse proef met thuisbehandeling hematologiepatiënten

december 2019 Beter Leven Willem Van Altena

Het is een steeds vaker voorkomend fenomeen dat patiënten delen van hun behandeling niet langer in het ziekenhuis hoeven te ondergaan, maar dichter bij huis, soms zelfs gewoon thuis. Dankzij moderne technologie, zoals apps en cameratelefoons kunnen specialisten hun patiënten op een afstand monitoren. Onder de naam ‘ThuisBeter – Hematologie aan huis’ doet deze werkwijze nu ook haar intrede in de wereld van de hematologie. Het Albert Schweitzer ziekenhuis in Dordrecht heeft de primeur.

Patiënten die deelnemen aan het programma, dat officieel nog de status van onderzoeksproject heeft, hoeven niet meer naar het ziekenhuis om bloed te laten prikken, maar kunnen dat dichter bij huis doen. Ook krijgen ze hun medicatie thuisbezorgd en hebben ze contact met hun specialist door middel van een webcam.

Vragenlijsten

Bij de proef zijn dertig patiënten betrokken. Als de werkwijze een succes is, wordt het programma breder uitgerold tot zo’n tweehonderd patiënten per jaar. Een tweede groep van dertig patiënten blijft zorg op de reguliere manier ontvangen. Door middel van vragenlijsten worden zo de voor- en nadelen van de thuiszorg in kaart gebracht en afgewogen.

Het gaat om patiënten met hematologische aandoeningen als polycythemia vera, chronische myeloide of lymfatische leukemie en multipel myeloom. Zij worden behandeld met medicijnen in tabletvorm en die aan andere voorwaarden voldoen. Hematoloog dr. Eva de Jongh legt uit welke dat onder meer zijn. “Vooral patiënten die baat hebben bij minder reizen of minder werkverzuim werk komen in aanmerking voor ThuisBeter. Maar ook ouderen, die vaak een beroep moeten doen op mantelzorgers zijn geschikte kandidaten.”

FaceTalk

Consultering via de webcam, door middel van het programma FaceTalk is ook een belangrijke schakel in het geheel. Waarbij wel gesteld wordt dat het veel meer is dan een telefoontje: juist het oogcontact maakt beeldbellen zo effectief. De arts ‘ziet’ de patiënt dan toch, en voor de patiënt voelt het contact op die manier een stuk persoonlijker.