Directwerkende antistollingsmiddelen versus laagmoleculaire heparine voor de behandeling van kanker-geassocieerde veneuze trombo-embolie

oktober 2023 Hematotrials Diede Smeets

In de internationale klinische richtlijnen is steeds meer aandacht voor het gebruik van directwerkende antistollingsmiddelen (‘direct oral anticoagulants’, DOAC) als alternatief voor monotherapie met laagmoleculaire heparine (‘low-molecular-weight heparins’, LMWH) tijdens de initiële en langetermijnbehandeling van kanker-geassocieerde trombose  In de huidige studie werd een meta-analyse uitgevoerd van gerandomiseerde klinische studies waarin DOAC vergeleken werd met LMWH voor de behandeling van kanker-geassocieerde trombose.

Resultaten

In totaal werden zes studies, waaraan gezamenlijk 3.690 patiënten deelnamen, geïncludeerd in de meta-analyse. DOAC bleek ten opzichte van LMWH het risico op een recidief van kanker-geassocieerde trombose  te verlagen (relatief risico [95%-BI]: 0,67 [0,52-0,85]). Het risico op een ernstige bloeding nam echter toe bij het gebruik van DOAC in plaats van LMWH, weliswaar op niet statistisch significante wijze, (RR [95%-BI]: 1,17 [0,82-1,67]). Daarnaast was het risico op een klinisch relevante niet-ernstige bloeding statistisch significant hoger (RR [95%-BI]: 1,66 [1,31-2,09]) met DOAC. Er werd geen verschil gezien tussen de twee studiegroepen wat betreft de mortaliteit door alle oorzaken.

Conclusie

De resultaten van deze meta-analyse ondersteunen het gebruik van DOAC als alternatieve behandeling voor LMWH bij kanker-geassocieerde trombose. Wel is er een hoger bloedingsrisico met DOAC waar op geanticipeerd moet worden bij de inzet van de therapie.

Referentie

Frere C, Farge D, Schrag D, et al. Direct oral anticoagulant versus low molecular weight heparin for the treatment of cancer-associated venous thromboembolism: 2022 updated systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials. J Hematol Oncol 2022;15:69.