Articles

Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van thalassemie

NTVH - jaargang 21, nummer 2, maart 2024

dr. S.E.M. Schols , prof. dr. B.J. Biemond , dr. H. Heijboer , dr. J.L.H. Kerkhoffs , dr. A. Mäkelburg , drs. E. Rettenbacher , dr. A.W. Rijneveld , F. Smiers

SAMENVATTING

Recentelijk is de Nederlandse richtlijn voor diagnostiek en behandeling van thalassemie verschenen. Deze richtlijn is beschikbaar op de website van de Nederlandse Vereniging voor Hematologie. In dit overzichtsartikel wordt een beknopte samenvatting gegeven van de gepubliceerde richtlijn en wordt bij enkele onderwerpen aanvullende uitleg gegeven.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2024;21:48–55)

Lees verder

Pyruvaatkinase-activatie door mitapivat (AG-348) bij sikkelcelziekte: de ESTIMATE-studie

NTVH - 2020, nummer 7, october 2020

drs. M.J. van Dijk , drs. M.A.E. Rab , dr. R. van Wijk , dr. S.E.M. Schols , prof. dr. B.J. Biemond , dr. A.W. Rijneveld , dr. E. Nur , dr. J.L.H. Kerkhoffs , dr. E.J. van Beers

SAMENVATTING

Sikkelcelziekte is een ernstige, erfelijke hemoglobinopathie die gepaard gaat met anemie, pijnlijke vaso-occlusieve crisen en orgaanschade. De ESTIMATE-studie is een fase 2-studie met als doel de veiligheid en werkzaamheid van mitapivat bij patiënten met sikkelcelziekte te onderzoeken. Mitapivat activeert en stabiliseert pyruvaatkinase, een enzym betrokken bij het metabolisme van erytrocyten waardoor de intracellulaire hoeveelheid ATP verhoogt en de hoeveelheid 2–3-DPG verlaagt, hetgeen resulteert in een verhoogde zuurstofaffiniteit. Recentelijk zijn de resultaten van de eerste fase 2-studie bij patiënten met pyruvaatkinasedeficiëntie gepubliceerd, waarin mitapivat een goed veiligheidsprofiel had en hemoglobine bij de helft van de patiënten met meer dan 0,6 mmol/l steeg. Ongepubliceerde resultaten (manuscript in voorbereiding) suggereren dat mitapivat het cellulaire metabolisme verbetert en het sikkelen vermindert.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2020;17:310-2)

Lees verder

Oude liefde roest niet, ijzer wel: de protonpompremmer bij preventie van ijzerstapeling

NTVH - , nummer ,

A.J. van Vuren MSc, prof. dr. B.J. Biemond , dr. J.L.H. Kerkhoffs , dr. S.E.M. Schols , dr. A.W. Rijneveld , dr. E.J. van Beers

Samenvatting

IJzerstapeling is een groeiend en onderschat probleem in de hematologie. Naast ijzerstapeling door frequente bloedtransfusies ontwikkelt ook het merendeel van de patiënten met erfelijke, niet-transfusieafhankelijke anemieën ijzerstapeling. IJzerchelatietherapie is voor deze patiëntengroep op dit moment de enige behandelingsmogelijkheid. De toxiciteit van deze behandeling is aanzienlijk en de kosten zijn hoog. Er is geen alternatieve behandeling voor die patiënten met anemie die ijzerchelatie niet verdragen. Protonpompremmers (PPI) zijn in staat om de ijzeropname uit het maagdarmkanaal te verlagen door het creëren van een meer basisch milieu. Behandeling met PPI’s is effectief gebleken bij patiënten met erfelijke hemochromatose. Observaties in de klinische praktijk laten zien dat PPI’s ook de ijzeropname verminderen bij patiënten met niet-transfusie-afhankelijke erfelijke anemie. Het veiligheidsprofiel, mits voorgeschreven voor een juiste indicatie, van PPI’s is gunstig. PPI’s zouden een plaats kunnen krijgen in een vroeger stadium van behandeling van ijzerstapeling, of naast ijzerchelatie bij ernstigere stapeling. Op dit moment wordt in vijf Nederlandse centra, gespecialiseerd in het behandelen van erfelijke anemie, het ‘PPI Shine Again’-onderzoek uitgevoerd, een multicenter placebogecontroleerd fase 3-onderzoek naar de effectiviteit van esomeprazol bij de preventie en/of behandeling van ijzerstapeling bij erfelijke, niet-transfusie-afhankelijke anemie. De resultaten worden in het voorjaar van 2021 verwacht.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2019;16:272–9)

Lees verder

HOVON 146: blinatumomab toegevoegd aan de prefase en aan de consolidatiebehandeling van volwassenen met een CD19-positieve precursor B-cel-ALL: een fase 2-studie

NTVH - 2018, nummer 8, november 2018

dr. A.W. Rijneveld

SAMENVATTING

In de HOVON 146-studie worden CD19-positieve precursor B-cel-ALL en CD19-positieve MPAL behandeld. De behandeling bestaat uit standaardchemotherapie in combinatie met drie kuren blinatumomab. Deze worden gegeven in de prefase, na de eerste consolidatiekuur en voor het starten van de onderhoudsbehandeling of allogene stamceltransplantatie gedurende respectievelijk twee, vier en vier weken per continue infusie. Het primaire doel is het bereiken van meer moleculaire MRD-negativiteit na de eerste consolidatiekuur dan met standaardchemotherapie.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2018;15:409–13)

Lees verder

HOVON 117: een observationele fase 2-studie voor patiënten ouder dan 60 jaar met acute lymfatische leukemie

NTVH - 2016, nummer 1, january 2016

dr. A.W. Rijneveld , prof. dr. J.J. Cornelissen

Samenvatting

Dit artikel beschrijft de start van de internationale HOVON 117-studie in samenwerking met UCL Cancer Trials Center in het Verenigd Koninkrijk. De behandeling van patiënten met acute lymfatische leukemie (ALL) is de laatste decaden sterk verbeterd. De huidige overleving voor kinderen is meer dan 90% op de langere termijn. De behandeling van volwassenen met ALL is ook verbeterd de laatste jaren, maar heeft minder indrukwekkende resultaten laten zien met een huidige overleving op de lange termijn van ongeveer 50%. Recentelijk publiceerden Pulte et al. in een ‘populationbased’ studie dat volwassen patiënten die ouder zijn dan 60 jaar geen verbetering laten zien. Ook in Nederland hebben wij met behulp van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) gekeken naar de langetermijnoverleving in een ‘population-based’ studie. Die bevestigt de conclusies van bovengenoemde Amerikaanse/Duitse studie. Om deze uitkomsten te kunnen verbeteren zijn nieuwe behandelingsmodaliteiten en/of middelen nodig. Voor patiënten ouder dan 60 jaar met ALL is echter geen uniforme behandeling gedefinieerd. Daarom is deze observationele HOVON 117-studie, met als hoofdonderzoeker Cancer Research UK en UCL Clinical Trials Center, belangrijk om te komen tot een veilige en gestandaardiseerde eerstelijnsbehandeling voor patiënten ouder dan 60 jaar.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2016;13:32-6)

Lees verder

Het belang van asparaginase bij de behandeling van acute lymfoblastaire leukemie

NTVH - 2015, nummer 3, april 2015

dr. A.W. Rijneveld , dr. I.M. van der Sluis

SAMENVATTING

Asparaginase is een belangrijk onderdeel van de behandeling van acute lymfoblastaire leukemie. Er kunnen echter antistoffen ontstaan die gericht zijn tegen asparaginase, die aanleiding geven tot een klinische allergie danwel stille inactivatie. Als asparaginase niet in optimale dosis kan worden gegeven of wordt geïnactiveerd door antistoffen, vermindert dat de overleving bij kinderen met 10–15%. Daarom is het van belang bij patiënten die overgevoelig blijken voor asparaginase of die patiënten die bij het meten van de asparaginase-activiteit een verlaagde spiegel hebben, de afweging te maken om te switchen naar een andere soort asparaginase of de dosering van asparaginase aan te passen. In de huidige HOVON 100-studie wordt om die reden nu ook de activiteit gemeten bij patiënten jonger dan 40 jaar en wordt er een advies gegeven als de spiegel afwijkend is.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2015;12:83–7)

Lees verder

Diagnostiek, screening en behandeling van primaire en secundaire hemochromatose

NTVH - 2015, nummer 1, january 2015

dr. Y.M. Bilgin , dr. A.W. Rijneveld , dr. P.A.W. te Boekhorst

SAMENVATTING

Hemochromatose kan orgaanschade veroorzaken en daardoor de overleving negatief beïnvloeden. De voornaamste klinische manifestaties van hemochromatose zijn leverfibrose en levercirrose, hartfalen, endocrinopathieën, artropathieën en een bruine verkleuring van de huid. Er zijn twee vormen van hemochromatose: primaire (hereditaire) en secundaire (verworven) hemochromatose. Ter voorkoming van orgaanschade is het belangrijk om primaire hemochromatose in een vroeg stadium te diagnosticeren; hiervoor wordt gebruik gemaakt van de ijzerstatus (ijzergehalte, ferritine, ijzerverzadiging en totale ijzerbindingscapaciteit) en op indicatie DNA-analyse naar bekende mutaties. Indien sprake is van primaire hemochromatose, is er een indicatie om de eerstegraadsfamilieleden te screenen door de ijzerstatus te bepalen en eventueel aanvullend DNA-analyse te verrichten. Secundaire hemochromatose wordt vooral gezien bij bloedtransfusieafhankelijke patiënten na 20 of meer eenheden erytrocytentransfusies per jaar. Vroegtijdig screenen op orgaanschade bij patiënten met een hemochromatose is essentieel en vroegtijdig starten met de behandeling van ijzerstapeling kan orgaanschade beperken en de overleving verbeteren. In dit artikel wordt ingegaan op de diagnostiek, screening en behandeling van primaire en secundaire hemochromatose en worden aanbevelingen voor de praktijk gegeven.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2015;12:11–20)

Lees verder