Articles

Immuuntrombocytopenie (ITP): hoofdpunten uit de richtlijn van 2020 met aanbevelingen voor diagnostiek en behandeling

NTVH - 2021, nummer 1, january 2021

dr. M.R. Schipperus , drs. V.S. Nelson , drs. S. Amini

SAMENVATTING

De werkgroep Benigne Hematologie van de Nederlandse Vereniging voor Hematologie (NVvH) heeft de Nederlandse richtlijn voor de diagnose en behandeling van immuungemedieerde trombocytopenie (ITP) bij volwassenen recentelijk herzien. De nieuwe richtlijn is geschreven met behulp van uitgangsvragen, waarna een literatuursearch is gedaan waarbij de gevonden literatuur kritisch is bekeken en gewaardeerd. Uiteindelijk zijn op basis van deze gegevens conclusies getrokken en aanbevelingen voor de praktijk geformuleerd. Daarnaast zijn enkele vragen voorgelegd aan een expertpanel, waaruit een ‘expert opinion’ naar voren is gekomen. De overige delen van de richtlijn zijn niet veranderd ten opzichte van de richtlijn uit 2013. De nieuwe richtlijn geeft voor de diagnostiek een betere onderbouwing voor het bepalen van auto-antistoffen tegen trombocyten, aangezien de specificiteit en sensitiviteit daarvan sterk is verbeterd. Anti-CD20 (rituximab) en de trombopoëtinereceptoragonisten (romiplostim en eltrombopag) hebben een plaats gekregen in de tweedelijnsbehandeling van ITP bij een recidief na corticosteroïden of bij het uitblijven van een respons op corticosteroïden. Een splenectomie wordt nu als derdelijnsbehandeling aanbevolen en wordt afgeraden te verrichten binnen 12 maanden na diagnose.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2021;18:20-8)

Lees verder

ITPBase: de registratie van de effectiviteit en bijwerkingen van behandelingen bij persisterende en chronische ITP-patiënten

NTVH - 2019, nummer 7, october 2019

drs. V.S. Nelson , drs. S. Amini , dr. R. Fijnheer , dr. M.R. Schipperus

SAMENVATTING

ITPBase is een web-based programma dat is ontwikkeld voor de registratie van de verschillende behandelingen bij patiënten met persisterende en chronische immuuntrombopenie (ITP). Deze registratie besloeg een periode van vijf jaar (2011 tot 2016). In de database werden het type behandeling, de effectiviteit en eventuele bijwerkingen van een behandeling geregistreerd. In totaal werden 180 patiënten geïncludeerd in de database en werden de gegevens van 566 behandelepisodes zowel prospectief als retrospectief verzameld. Gedurende 119 van deze behandelepisodes werd een combinatie gegeven van twee of meerdere therapieën. Het gebruik van corticosteroïden werd opvallend vaak gezien, veelal als eerstelijnstherapie maar ook in de recidief-setting. Rituximab zorgde voor een (complete) respons in 68% van de gevallen, trombopoëtine-receptoragonisten (TPO-RA) in 85%. Bijwerkingen en complicaties kwamen niet frequent voor, in totaal werden zes ernstige bloedingen en zes diep veneuze tromboses geregistreerd. Een nationaal register voor ITP-patiënten lijkt voor behandelaren een bruikbaar en leerzaam middel te zijn om behandeling en begeleiding van ITP-patiënten in Nederland verder te optimaliseren.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2019;16:329–36)

Lees verder

Helicobacter pylori en immuuntrombocytopenie: de klinische praktijk

NTVH - 2019, nummer 5, july 2019

drs. S. Amini , prof. dr. M. de Haas , prof. dr. J.J. Zwaginga , dr. M.R. Schipperus

SAMENVATTING

Immuuntrombocytopenie (ITP) is een auto-immuunaandoening waarbij door versnelde afbraak van trombocyten, zonder adequate toename van de productie, een tekort aan trombocyten ontstaat. De klinische consequenties variëren van milde hematomen tot levensbedreigende gastro-intestinale en hersenbloedingen. Hoewel slechts bij 20% van de ITP-patiënten een secundaire oorzaak voor ITP wordt gevonden, is in dit opzicht reeds sinds 1998 een associatie bekend tussen Helicobacter pylori-infectie en ITP. Het werkingsmechanisme van de H. pylori-infectie bij het ontstaan van ITP is echter nog niet geheel opgehelderd en eradicatie van H. pylori met tripletherapie laat in prospectieve onderzoeken geen eenduidige en wisselende succespercentages zien op het verbeteren van het trombocytenaantal. Dit overzichtsartikel zet de huidige inzichten over het klinisch beeld en behandeling van H. pylori-infectie bij ITP uiteen.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2019;16:217–22)

Lees verder

STIP-studie: het staken van trombopoëtinereceptoragonisten bij patiënten met chronische immuungemedieerde trombocytopenie

NTVH - 2018, nummer 5, july 2018

drs. S. Amini

SAMENVATTING

Trombopoëtinereceptoragonisten (TPO-RA) zoals eltrombopag en romiplostim, worden gebruikt bij patiënten met chronische ITP bij wie eerstelijnstherapie onvoldoende werkt. Deze dure medicijnen worden beschouwd als een symptomatische behandeling, die in principe chronisch moet worden gegeven. Er zijn echter signalen dat sommige ITP-patiënten langdurig in remissie blijven na het staken van de TPO-RA. Juist voor chronische ITP-patiënten is het van belang om te onderzoeken of een effect van TPO-RA op induceren van remissie kan worden gereproduceerd. Ook is het belangrijk om te onderzoeken of er patiëntkarakteristieken te vinden zijn die het succesvol staken van een TPO-RA kunnen voorspellen. De ‘Stop TPO-RA in immune thrombocytopenia’ (STIP)-studie onderzoekt in dit opzicht ten eerste of en, zo ja, in welke mate het staken van romiplostim na één jaar leidt tot aanhoudende remissie. Daarnaast onderzoekt de STIP-studie welke voorspellende factoren er zijn voor het succesvol staken van romiplostim.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2018;15:233–5)

Lees verder