Articles

Moleculaire karakteristieken en prognose bij chronische lymfatische leukemie

NTVH - 2016, nummer 3, march 2016

dr. G.D. te Raa

Samenvatting

Op 20 maart 2015 promoveerde mw. drs. G.D. te Raa aan de Universiteit van Amsterdam op haar promotieonderzoek, getiteld ‘Moleculaire karakteristieken en prognose in CLL’, onder begeleiding van promotores prof. dr. M.H.J. van Oers, prof. dr. E.F. Eldering en copromotor prof. dr. A.P. Kater. Hieronder zijn de belangrijkste bevindingen van het onderzoek weergegeven. Dr. G.D. te Raa heeft tijdens het Dutch Hematology Congress in Papendal op donderdag 21 januari 2016 de Jaap Steenbergenprijs voor het beste proefschrift van 2015 gewonnen.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2016;13:112–5)

Lees verder

Monoklonale B-cellymfocytose: incidentie, risicostratificatie en aanbevelingen voor de dagelijkse praktijk

NTVH - 2012, nummer 4, june 2012

dr. G.D. te Raa , prof. dr. M.H.J. van Oers , prof. dr. A.P. Kater

Samenvatting

Monoklonale B-cellymfocytose (MBL) is gedefinieerd als de aanwezigheid van een kleine monoklonale Bcelkloon in het perifere bloed van asymptomatische individuen. MBL-cellen hebben meestal het immuunfenotype van chronische lymfatische leukemie (‘CLLfenotype MBL’), maar een atypisch fenotype (‘atypisch- CLL-fenotype MBL’) of een fenotype van een maligne lymfoom (‘non-CLL-fenotype MBL’) komen ook voor. De prevalentie in de populatie boven 40 jaar wordt geschat op 3–5% en het risico op ontwikkeling naar CLL met behandelindicatie bedraagt 1–2% per jaar. Er zijn geen officiële richtlijnen ten aanzien van MBL. Op grond van beschikbare gegevens en adviezen worden aanwijzingen voor de praktijk gegeven. Bij verdenking op MBL dient de juiste diagnose eenmalig te worden vastgesteld door een hematoloog en kunnen jaarlijkse controles plaatsvinden bij de huisarts, indien sprake is van CLL-fenotype MBL. Bij tekenen van progressie wordt geadviseerd de patiënt terug te verwijzen naar de internist/hematoloog.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2012;9:138–46)

Lees verder