Eerste gentherapie zorgt voor 80 procent minder bloedingen bij ernstige hemofilie A

januari 2023 Geneesmiddelen Robin van Amersfoort

De eerste gentherapie tegen hemofilie A, valoctocogene roxaparvovec (door Biomarin op de markt gebracht onder de merknaam Roctavian) wordt na een eerdere afwijzing in 2020 alsnog versneld beoordeeld door de Amerikaanse medicijnautoriteit FDA. Verwacht wordt dat voor eind maart een besluit wordt genomen over toelating van het medicijn. Valoctocogene roxaparvovec is bedoeld als profylactische behandeling van ernstige hemofilie A bij volwassenen. Klinische studies laten zien dat het middel het aantal jaarlijkse bloedingsincidenten met 80% omlaag kan brengen.

Valoctocogene roxaparvovec is een op adenovirus gebaseerde gentherapie waarbij een kopie van het FVIII-gen wordt afgeleverd aan levercellen, waardoor ze FVIII voor langere tijd kunnen produceren. Deze behandeling heeft de potentie om behandeling van hemofilie A fundamenteel te transformeren en de noodzaak om constante infusies weg te nemen.

Erfelijk

Hemofilie A, of klassieke hemofilie, is een bloedstollingsstoornis die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of defecte bloedstollingsfactor VIII (FVIII). Hemofilie is erfelijk, al ontstaat de ziekte in 1 op de 3 gevallen vanwege spontane mutatie. Ongeveer 1 op 10.000 mensen krijgt hemofilie A. Het ontbreken van FVIII kan leiden tot pijnlijke bloedingen in spieren en gewrichten waardoor relatief kleine verwondingen kunnen leiden tot permanente schade aan het lichaam en in ernstige gevallen dodelijk kunnen zijn. Patiënten met ernstige hemofilie A worden momenteel behandeld met intraveneuze FVIII infusies (tot 150 keer per jaar) of door toediening van een monoklonaal antilichaam dat FVIII nabootst (tot 48 keer per jaar). Ondanks deze behandelingen ervaren veel patiënten toch bloedingen.

GENEr8-1

In Europa werd de goedkeuringsaanvraag voor valoctocogene roxaparvovec in 2020 in eerste instantie afgewezen door de EMA omdat er slechts halfjaarlijkse tussentijdse gegevens bekend waren van de fase III GENEr8-1-studie, en driejarige gegevens van de fase I en fase II onderzoeken. In de GENEr8-1-studie werd de effectiviteit van valoctocogene roxaparvovec vergeleken met de huidige standaard van intraveneuze FVIII infusies in een groep van 134 proefpersonen met ernstige hemofilie. Van patiënten die werden behandeld met een enkele dosis valoctocogene roxaparvovec werd de ‘annual bleed rate’ (ABR) met 80% verminderd na 24 maanden. Dit betekent dat 80% van de patiënten na 2 jaar géén bloedingen meer hadden gehad in de laatste 12 maanden. Het bijwerkingenprofiel omvatte onder meer verhoogde leverenzymen, misselijkheid, hoofdpijn en vermoeidheid.

Inmiddels zijn er meer gegevens bekend uit de GENEr8-1 studies. Na een tweejarige follow-up studie van GENEr8-1 en vijfjarige follow-ups van de fase I en fase II onderzoeken om de langetermijneffecten van valoctocogene roxaparvovec beter te definiëren is het middel voorwaardelijk goedgekeurd door de EMA. Dit maakt het de eerste goedgekeurde gentherapie voor hemofilie A-patiënten in de Europese Unie. De aangevulde data hebben nu ook de aanvankelijke scepsis bij de FDA weggenomen.

Sluisprocedure

Dat betekent evenwel nog niet dat valoctocogene roxaparvovec ook daadwerkelijk bij de patiënt terecht komt. In Nederland bepaalt het Zorginstituut of nieuwe therapieën zullen worden vergoed door verzekeraars. Valoctocogene roxaparvovec is een duur geneesmiddel, met een prijskaartje van ongeveer 1,5 miljoen euro per behandeling. Om die reden is het medicijn in de zogeheten sluis geplaatst, en worden er eerst prijsonderhandelingen gevoerd tussen de fabrikant en het Rijk.

Bron

https://firstwordpharma.com/story/5694392