Interventies en uitkomsten van MM-patiënten bij tweedelijnsbehandeling na CAR-T-therapie

november 2022 Wetenschap Dominique Vrouwenvelder

Onderzoekers van Mount Sinai en het Memorial Sloan Kettering Cancer Center (New York, VS) hebben verschillende therapieën onderzocht voor multipel myeloompatiënten die een recidief ontwikkelen nadat zij CAR-T-celtherapie hebben ondergaan. Hierbij hebben zij nieuwe inzichten opgedaan die de prognose van deze groep kunnen verbeteren.

Chimere antigeen receptor-T-celtherapie (CAR-T) gericht tegen het B-celmaturatie-antigeen (BCMA) is werkzaam gebleken bij patiënten met recidief/refractair (R/R) multipel myeloom (MM). Ondanks de hoge initiële respons, recidiveren de meeste patiënten echter uiteindelijk. Voor deze patiënten zijn geen goede behandelingsmogelijkheden meer beschikbaar.

In een nieuwe studie, recentelijk gepubliceerd in het tijdschrift Blood, bestudeerden onderzoekers een grote groep MM-patiënten die verschillende therapieën ontvingen nadat zij recidiveerden na het ontvangen van BCMA CAR-T-celtherapie. Uit het onderzoek bleek dat deze patiënten kunnen worden geholpen door behandeling met meerdere therapielijnen te ontvangen, en dit leidde tot een mediane algehele overleving (‘overall survival’, OS) van 17,9 maanden.

Meerdere tweedelijnsbehandelingen

De onderzoekers analyseerden de tweedelijnshandelingen en uitkomsten van 79 patiënten met MM die ziekteprogressie vertoonden na behandeling met BCMA CAR-T-celtherapie. Toegepaste tweedelijnsbehandelingen waren T-celgerichte therapie met bispecifieke antilichamen of een andere CAR-T-celtherapie, stamceltransplantatie en combinatiechemotherapie.

In totaal werden post-CAR-T 237 behandelingslijnen ingezet. De patiënten ondergingen na CAR-T nog mediaan 2 (bereik: 1-10) behandelingslijnen. De mediane OS vanaf de datum van post-CAR-T-recidief was 17,9 maanden (95%-BI: 14,0 – niet evalueerbaar). Het totale responspercentage op het eerste tweedelijnsregime was 43,4%, met een mediane progressievrije overleving van 3,5 maanden (95%-BI: 2,5-4,6). Meerdere lijnen van tweedelijnstherapie droegen bij aan de waargenomen mediane OS van 17,9 maanden, wat gunstig afsteekt bij eerdere rapporten van ‘triple-class’ refractaire patiënten.

Vijfendertig (44,3%) patiënten kregen een T-cel-engaging therapie (bispecifiek antilichaam of daaropvolgende CAR-T) als tweedelijnsbehandeling. De mediane algehele overleving van patiënten die een volgende T-cel-engaging therapie kregen was nog niet bereikt na een mediane follow-up van 21,3 maanden.

Sequentieel gebruik CAR-T

De onderzoekers concluderen dat patiënten met MM die recidiveren na BCMA-gerichte CAR-T een beperkte prognose hebben, maar mogelijk behandeld kunnen worden met meerdere lijnen van tweedelijns therapie. Sequentieel gebruik van ‘T cel-engaging agents’ (waaronder CAR T-cellen en bispecifieke antilichamen) is haalbaar en kan leiden tot duurzame responsen bij geselecteerde patiënten die zijn ingeschreven in klinische studies.

Referenties

  1. Van Oekelen O, Nath K, Mouhieddine TH, et al. Interventions and outcomes of multiple myeloma patients receiving salvage treatment after BCMA-directed CAR T therapy. Blood 2022;2022017848.
  2. The Mount Sinai Hospital / Mount Sinai School of Medicine. Researchers Find Treatment Options for Patients Whose Blood Cancer Relapses After CAR-T.