Langere progressievrije overleving bij hodgkinlymfoom door checkpointremmer voorafgaand aan haplo-SCT

december 2023 Kliniek in Praktijk Diede Smeets

Patiënten met klassiek hodgkinlymfoom die na een autologe stamceltransplantatie een recidief krijgen of refractair zijn voor chemotherapie komen in aanmerking voor allogene stamceltherapie (allo-SCT). De resultaten van een onderzoek naar consolidatietherapie met allo-SCT na behandeling met checkpointremmers zijn gepubliceerd in Blood Advances.1

Het is onduidelijk welk effect behandeling met checkpointremmers voorafgaande aan een allo-SCT hebben. De remming van PD-1 zou namelijk niet alleen tot activatie van de allogene T-cellen kunnen leiden, maar zou ook immunologische toxiciteit zoals graft-versus-host-ziekte (GVHD) of graft-falen kunnen veroorzaken.2 In de huidige studie is gekeken wat de invloed is van een behandeling met checkpointremmers voorafgaand aan haploïdentieke stamceltransplantatie (haplo-SCT) gevolgd door een hoge dosis cyclofosfamide post-transplantatie (PTCy) als GVD profylaxe.  

Studieopzet

In totaal werden 59 patiënten met hodgkinlymfoom geïncludeerd die haplo-SCT gevolgd door PTCy ondergingen ter preventie van GVHD. De behandelingsuitkomsten van twee groepen patiënten werden vergeleken: patiënten die voorafgaand aan de transplantatie behandeld werden met een checkpointremmer; en patiënten die niet aan een checkpointremmer blootgesteld waren voorafgaand aan de transplantatie.

Resultaten

De twee patiëntcohorten hadden vergelijkbare kenmerken voorafgaand aan de transplantatie (checkpointremmer: n=29; geen checkpointremmer: n=30), met uitzondering van het aantal eerdere behandelingslijnen (checkpointremmer: 6 vs. geen checkpointremmer: 4; p<0,001). Na een mediaan follow-upperiode van 26 maanden (bereik: 7,5-55 maanden) was de 100-daagse cumulatieve incidentie van graad 2-4 acute GVHD 41% bij patiënten die met een checkpointremmer behandeld waren, versus 33% bij de patiënten die niet aan een checkpointremmer blootgesteld waren (p=0,456). De 1-jaars cumulatieve incidentie van milde tot ernstige chronische GVHD was 7% bij behandeling met een checkpointremmer en 8% bij geen checkpointremmer (p=0,673). Er werd een trend gezien richting een lagere 2-jaars cumulatieve incidentie van een recidief bij blootstelling aan een checkpointremmer (0 vs. 20%; p=0,054). De algehele overleving, progressievrije overleving en mortaliteit zonder recidief verschilde niet tussen beide groepen. Met behulp van een multivariabele analyse werd vastgesteld dat blootstelling aan een checkpointremmer voor SCT een onafhankelijke beschermende factor is voor de progressievrije overleving (HR: 0,32; p=0,037).

Conclusie

De auteurs concluderen dat de behandeling met een checkpointremmer als overbruggingsbehandeling naar haplo-SCT bij hodgkinlymfoom de progressievrije overleving lijkt te verlengen zonder dat het bijwerkingenprofiel van de behandeling verslechterd.

Referenties

  1. De Philippis C, Legrand-Izadifar F, Bramanti S, et al. Checkpoint inhibition before haploidentical transplantation with posttransplant cyclophosphamide in Hodgkin lymphoma. Blood Adv 2020;4:1242-9.
  2. Ijaz A, Khan AY, Malik SU, et al. Significant risk of graft-versus-host disease with exposure to checkpoint inhibitors before and after allogeneic transplantation. Biol Blood Marrow Transplant 2019;25:94-9.