Langdurige werkzaamheid en veiligheid van gentherapie met fidanacogene elaparvovec bij hemofilie B

mei 2025 Wetenschap Max Teuwen

Hemofilie B is een zeldzame, erfelijke bloedingsstoornis waarbij het lichaam onvoldoende factor IX (FIX) aanmaakt, een eiwit dat essentieel is voor bloedstolling. Fidanacogene elaparvovec is een innovatieve gentherapie op basis van een adenovirale vector (‘adeno-associated virus’, AAV), die eenmalig via een infuus wordt toegediend. Eerder onderzoek toonde aan dat deze behandeling leidde tot langdurige productie van FIX in het lichaam. Onlangs zijn de langetermijnresultaten gepubliceerd in The New Engeland Journal of Medicine.

In deze studie werden volwassen deelnemers met ernstige of matig ernstige hemofilie B (FIX-activiteit ≤2% van normaal) behandeld met een eenmalige dosis van 5×10¹¹ genoomkopieën per kilogram lichaamsgewicht, waarna ze één jaar werden gevolgd. Vervolgens konden ze deelnemen aan een 5-jarige follow-up. De belangrijkste uitkomstmaten waren de jaarlijkse bloedingsfrequentie (‘annualised bleeding rate’, ABR) van behandelde bloedingen en de FIX-activiteit. Ook werd de veiligheid van de gentherapie beoordeeld.

Werkzaamheid

In totaal rondden 14 van de 15 deelnemers minstens drie jaar follow-up af, met een mediane behandelduur van 5,5 jaar. Op het moment van de laatste gegevensverzameling waren 8 deelnemers nog actief in de studie. De gemiddelde ABR van behandelde bloedingen lag onder de 1, en 10 van de 14 deelnemers hadden gedurende de gehele periode geen enkele behandelde bloeding. In het eerste jaar daalde de ABR van 8,9 naar 0,4, en bleef ook in de daaropvolgende jaren onder de 1. De FIX-activiteit bleef gemiddeld binnen het bereik van milde hemofilie, met waarden tussen 7,4% en 44,2% van jaar 3 tot en met jaar 6.

Veiligheid

Na het eerste jaar meldde geen enkele deelnemer therapiegerelateerde ongewenste voorvallen. In 4 gevallen deden zich ernstige ongewenste voorvallen voor, maar geen daarvan was gerelateerd aan de behandeling of leidde tot een trombose. Ook werden er geen FIX-antistoffen aangetroffen. Regelmatige echo’s van de lever toonden geen aanwijzingen voor leverkanker. Wel werd bij 4 deelnemers leververvetting vastgesteld, in combinatie met gewichtstoename en verhoogde leverwaarden. Eén deelnemer met eerdere leverziekte, vertoonde progressie van bestaande leverfibrose. In totaal ondergingen 8 deelnemers 13 chirurgische ingrepen. Bij 10 daarvan werd extra FIX toegediend, en geen van de procedures leidde tot onverwachte bloedingen.

Implicaties voor de praktijk

Langetermijnresultaten tot een follow-upduur van 6 jaar van gentherapie met fidanacogene elaparvovec bij hemofilie B laten zien dat de behandeling gepaard gaat met een aanhoudende verlaging van de ABR en een behoud van FIX-activiteit die correspondeert met milde hemofilie. Daarnaast lijkt het veiligheidsprofiel acceptabel en de therapie wordt over het algemeen goed verdragen. Hoewel langdurige monitoring noodzakelijk blijft, suggereren deze bevindingen dat één enkele toediening langdurige klinische voordelen kan bieden. Fidanacogene elaparvovec wordt momenteel onderzocht in een fase III-studie.

Referentie
Rasko JEJ, Samelson-Jones BJ, George LA, et al. Fidanacogene elaparvovec for Hemophilia B – a multiyear follow-up study. N Engl J Med 2025;392:1508-17.