Hemochromatose –ook wel ijzerstapelingsziekte genoemd- is een aandoening die maakt dat het lichaam te veel ijzer opneemt. Maar door verstandige dieetkeuzes te maken kunnen mensen met hemochromatose het risico op complicaties verminderen.
Hemochromatose kent twee vormen: primaire en secundaire. Primaire hemochromatose is aangeboren, secundaire hemochromatose is vaak het gevolg van andere aandoeningen zoals bloedarmoede of leverkwalen.
IJzer is een belangrijk mineraal dat in ons voedsel voorkomt en normaal gesproken nemen mensen ongeveer 1 milligram ijzer per dag op. In mensen met hemochromatose kan dat wel 4 milligram per dag zijn. Te veel lever in de organen kan schadelijke effecten hebben. Door bepaalde soorten voedsel te vermijden kunnen mensen met hemochromatose die schade beperken. Als dieetmaatregelen onvoldoende effect hebben kan hemochromatose ook medicinaal behandeld worden, of met een flebotomie, wat beter bekend is onder de historische naam: aderlaten.
Als we kijken naar dieetkeuzes dan komt er meer bij kijken dan simpelweg al het voedsel vermijden waar ijzer in zit. Er zijn twee types ijzer die in het voedsel voorkomen: heemijzer en non-heemijzer. Heemijzer wordt makkelijker door het lichaam opgenomen en is vooral te vinden in vlees en vis. Plantaardige voedingsbronnen bevatten alleen non-heemijzer, wat moeilijker door het lichaam wordt geabsorbeerd.
Daarnaast zijn er stoffen die de ijzerabsorptie stimuleren of juist blokkeren. Vitamine C helpt het lichaam om non-heemijzer uit groenten op te nemen. Calcium remt de ijzeropname juist af. En ook stoffen als fytaten, tanninen en polyfenolen beperken de opname van non-heemijzer.
Groente en fruit vormen een belangrijk onderdeel van een gezond en gevarieerd eetpatroon. En sommige soorten groente en fruit bevatten veel non-heem ijzer, zoals olijven, paddenstoelen en natuurlijk spinazie. Aangezien non-heem ijzer moeilijk door het lichaam wordt opgenomen zullen ze het ijzergehalte niet al te zeer beïnvloeden.
Daarnaast zijn groenten en fruit rijk aan antioxidanten, vitamine E en selenium, die helpen cellen te beschermen. IJzer is immers een krachtig oxidatiemiddel, dat celveroudering in de hand werkt.
Ook andere stoffen in planten hebben beschermende eigenschappen. Luteine is vooral in donkere bladgroenten te vinden, zoals koolsoorten. Lycopeen is een werkzame stof die in tomaten voorkomt, vooral in de schil. En anthocyaninen zitten in bieten en bosbessen.
Proteïnen horen ook thuis in een gezond dieet, en dan vooral de vetarme proteinen uit vis, zeevruchten en gevogelte. Die bevatten sowieso minder ijzer (heemijzer ditmaal, dat makkelijk wordt opgenomen) dan rood vlees.
Granen, bonen, noten en zaden bevatten fytaten, en die stoffen verminderen de ijzeropname. Wie veel bonen, noten en volkorenproducten eet verkleint de hoeveelheid non-heem ijzer die door het lichaam wordt opgenomen.
Het gebeurt niet vaak dat koffie en thee worden aanbevolen als onderdeel van een dieet, maar beide dranken bevatten tannine, en dat is een van de polyfenolen die cellen beschermen met een antioxiderende werking. Daarnaast verminderen koffie en thee de ijzerabsorptie.
Zuivel is rijk aan calcium, en calcium is een stof die de ijzeropname –heem en non-heem- verhindert. Melk, yoghurt, kaas bevatten veel calcium. Dat geldt ook voor bepaalde groenten zoals broccoli, en voor sojaproducten zoals tahoe. Eieren bevatten een proteïne genaamd fosvitine, dat zich aan ijzermoleculen bindt en op die manier ijzerabsorptie verhindert.
Alles waar extra ijzer aan toegevoegd is wordt in principe afgeraden aan mensen met hemochromatose. Daarnaast is het ook niet verstandig om de volgende dingen te eten:
Rood vlees, vooral rundvlees, lamsvlees en wild, bevat veel heemijzer en is om die reden geen verstandige menukeuze. Kip en varkensvlees bevatten minder heemijzer. Als er dan toch rood vlees op het menu staat dan is het een goed idee om daar dingen naast te eten die ijzeropname juist tegengaan, bijvoorbeeld calciumrijke groenten zoals broccoli.