NTVH - 2020, nummer 5, july 2020
drs. P. Langerhorst , drs. M. Zajec , dr. M.M. van Duijn , dr. J. Gloerich , dr. H. Russcher , prof. dr. A.J. van Gool , dr. T.M. Luider , prof. dr. I. Joosten , prof. dr. Y.B. de Rijke , dr. J.F.M. Jacobs
Monoklonale gammopathieën (MG) worden gedefinieerd door een klonale expansie van plasmacellen, resulterend in de karakteristieke uitscheiding van een monoklonaal immuunglobuline (M-proteïne). M-proteïnedetectie en kwantificering zijn integrale onderdelen van de diagnose en het monitoren van MG. Nieuwe behandelingsstrategieën brengen technische uitdagingen met zich mee, zoals interferentie van therapeutische monoklonale antistoffen in laboratoriumtesten en de behoefte aan gevoeligere testen om minimale restziekte te kunnen meten. Massaspectrometrie (MS) is bij uitstek geschikt voor nauwkeurige massametingen en kwantificatie van gerichte metingen van unieke kloon-specifieke peptiden van het M-proteïne. Op basis van deze kenmerken maken op MS gebaseerde methoden een gevoelige meting van het M-proteïne mogelijk. In dit overzichtsartikel wordt een uitgebreid overzicht gegeven van de MS-methoden die recentelijk zijn ontwikkeld voor het detecteren, karakteriseren en kwantificeren van M-proteïnes. De voor- en nadelen om deze methoden in de klinische praktijk toe te passen en de impact die het zal hebben voor patiënten met MG worden besproken.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2020;17:206-214)
Lees verderNTVH - 2016, nummer 4, june 2016
dr. N.W.C.J. van de Donk , prof. dr. P. Sonneveld , Prof, dr. M.C. Minnema , L. Nieuwenhuis , Y.M. den Hartog , P.W.C. Bosman , dr. T. Mutis , dr. I.S. Nijhof , dr. H.G. Otten , dr. A.C. Bloem , dr. J. Slomp , dr. K.M.K. de Vooght , N. Som , dr. J.F.M. Jacobs , prof. dr. S. Zweegman , prof. dr. H.M. Lokhorst
Daratumumab is een antistof gericht tegen CD38, dat sterk tot expressie komt op multipel myeloom (MM)-cellen. Twee monotherapiestudies lieten goede klinische responsen zien van daratumumab bij uitvoerig voorbehandelde patiënten, waarbij daratumumab goed werd verdragen. De meest voorkomende bijwerking is het optreden van infusiereacties (ongeveer 50% van de patiënten; meestal alleen bij de eerste infusie en meestal graad 1 of 2). Het belangrijkste bij een infusiereactie is om tijdig de daratumumab infusie te stoppen, zodat de klachten niet escaleren. Verder interfereert daratumumab als anti-CD38-antistof met de M-proteïnebepaling en met het routine bloedtransfusiecompatibileitsonderzoek. In dit artikel zijn verschillende tactieken beschreven om deze problemen in de dagelijkse praktijk aan te pakken.
(NED TIJDSCHR HEMATOL 2016;13:123–30)
Lees verderOm de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij en onze partners technologieën zoals cookies om informatie over het apparaat op te slaan en/of te openen. Toestemming voor deze technologieën stelt ons en onze partners in staat om persoonlijke gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site te verwerken en om gepersonaliseerde en niet-gepersonalisserde advertenties te tonen. Indien u geen toestemming geeft of deze intrekt, kan dit invloed hebben op bepaalde functies.
Klik hieronder om in te stemmen met het bovenstaande of om specifieke keuzes te maken. Uw keuzes zullen alleen worden toegepast op deze site. U kunt uw instellingen te allen tijde wijzigen, inclusief het intrekken van uw toestemming, door gebruik te maken van de knoppen op het Cookiebeleid of door te klikken op de knop 'Toestemming beheren' onderaan het scherm.