Articles

Intermediaire versus lage dosis laagmoleculairgewichtheparine bij zwangere vrouwen met een voorgeschiedenis van veneuze trombo-embolie (Highlow-studie)

NTVH - jaargang 20, nummer 7, oktober 2023

drs. I.M. Bistervels , drs. A. Buchmüller , dr. H.M.G. Wiegers , prof. dr. F. Ní Áinle , prof. dr. B. Tardy , dr. J. Donnelly , dr. P. Verhamme , prof. dr. A.F. Jacobsen , dr. A.T. Hansen , prof. dr. M.A. Rodger , prof. dr. M.T. DeSancho , prof. dr. R.G. Shmakov , dr. N. van Es , prof. dr. M.H. Prins , prof. dr. C. Chauleur , prof. dr. S. Middeldorp , namens de Highlow-onderzoekers

SAMENVATTING

Achtergrond: Zwangerschaps-gerelateerde veneuze trombo-embolie (VTE) is de derde doodsoorzaak van maternale sterfte in Nederland. De meeste vrouwen met VTE in de voorgeschiedenis hebben een indicatie voor antepartum en postpartum tromboprofylaxe door middel van laagmoleculairgewichtheparine (LMWH). Het is niet bekend welke dosis LMWH het meest effectief en veilig is. Methode: In dit grootschalige internationale onderzoek werden zwangere vrouwen die eerder een VTE doormaakten gerandomiseerd tussen een intermediaire dosis LMWH gedoseerd op basis van lichaamsgewicht en een vaste lage dosis LMWH. De primaire uitkomstmaat voor werkzaamheid was recidief VTE tijdens de zwangerschap en in de eerste zes weken postpartum. De uitkomstmaat voor veiligheid was het optreden van ernstige bloedingen. Resultaten: Er werden 1.110 zwangere vrouwen gerandomiseerd. Recidief VTE trad op bij 2,0% (11/555) van de vrouwen gerandomiseerd naar de intermediaire dosis LMWH en bij 2,9% (16/555) van de vrouwen gerandomiseerd naar de vaste lage dosis LMWH (relatief risico (RR) 0,69; 95%-betrouwbaarheidsinterval (BI) 0,32–1,47). Antepartum kregen evenveel vrouwen in beide groepen een recidief VTE (0,9%, 5/555). Postpartum kreeg 1,1% (6/555) van de vrouwen gerandomiseerd naar de intermediaire dosis LMWH VTE vergeleken met 2,0% (11/555) van de vrouwen gerandomiseerd naar de vaste lage dosis LMWH. Ernstige bloedingen kwamen voor bij 4,4% (23/520) en 3,8% (20/525) van de vrouwen gerandomiseerd naar respectievelijk de intermediaire en de vaste lage dosis LMWH (RR 1,16; 95%-BI 0,65–2,09). Conclusie: Bij vrouwen met VTE in de voorgeschiedenis is intermediaire dosis LMWH tijdens de gehele duur van de zwangerschap en tot en met zes weken postpartum niet statistisch significant effectiever dan lage dosis LMWH voor de preventie van een zwangerschaps-gerelateerd recidief VTE. De resultaten van de Highlow-studie suggereren dat een lage dosis LMWH voldoende is tijdens de zwangerschap, terwijl de intermediaire dosis effectiever lijkt in de postpartumperiode (NCT01828697).

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2023;20:325–34)

Lees verder

Couperen van ernstige bloedingen tijdens behandeling met orale factor Xa-remmers: protrombinecomplex-concentraat versus andexanet-alfa

NTVH - 2022, nummer 2, march 2022

T.F. van Haaps , dr. N. van Es , dr. E. Coppens

SAMENVATTING

Het gebruik van directe orale anticoagulantia, waaronder de factor Xa-remmers rivaroxaban, apixaban en edoxaban en de trombineremmer dabigatran, neemt nog altijd toe. Ondanks een 30–50% lager bloedingsrisico dan bij gebruik van vitamine K-antagonisten (VKA), blijven ernstige bloedingen de belangrijkste complicatie. Protrombinecomplexconcentraat is geregistreerd als antidotum voor VKA, maar wordt ‘off-label’ ook gebruikt in de behandeling van factor Xa-remmers-geassocieerde ernstige bloedingen. Recentelijk werd andexanet-alfa, een antidotum voor directe factor Xa-remmers, op basis van een prospectief cohortonderzoek goedgekeurd om rivaroxaban en apixaban te couperen bij levensbedreigende bloedingen. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van het huidige bewijs van effectiviteit alsmede de onzekerheden van andexanet-alfa en protrombinecomplexconcentraat als behandeling voor ernstige bloedingen door factor Xa-remmers.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2022;19:72-80)

Lees verder