Antistollingsmiddelen voor tromboseprofylaxe bij acuut zieke patiënten die opgenomen zijn in het ziekenhuis

oktober 2023 Kliniek in Praktijk Diede Smeets

In deze systematische review worden bij patiënten die acuut ziek en opgenomen in het ziekenhuis zijn, de voor- en nadelen van verschillende soorten en doses antistollingsmiddelen voor de preventie van veneuze trombo-embolie (VTE) beoordeeld.

Studieopzet

De gevonden studies werden in de analyse geïncludeerd wanneer ze (on)gepubliceerde gerandomiseerde studies betroffen waarin een lage of middelhoge dosis laagmoleculairgewicht heparine (LMWH), lage of middelhoge dosis ongefractioneerd heparine, DOAC, pentasacchariden (bijvoorbeeld fondaparinux), placebo of geen behandeling werd ingezet voor de preventie van VTE bij acuut zieke gehospitaliseerde patiënten.

Er werden vier co-primaire uitkomstmaten gedefinieerd:

  • mortaliteit door alle oorzaken;
  • symptomatische VTE;
  • ernstige bloedingen;
  • ernstige bijwerkingen.

Resultaten

In totaal werden 44 studies, waarin 90.095 deelnemers werden gerandomiseerd, geïncludeerd in de meta-analyse. Op basis van bewijs van lage tot gemiddelde kwaliteit werd geconcludeerd dat geen van de onderzochte interventies de mortaliteit door alle oorzaken op statistisch significante wijze verlaagt ten opzichte van placebo. Bewijs van zeer lage tot lage kwaliteit indiceerde dat symptomatische VTE het meest waarschijnlijk verlaagd kan worden met pentasacchariden (oddsratio [95%-BI]: 0,32 [0,08-1,07]), een middelhoge dosis LMWH (oddsratio [95%-BI]: 0,66 [0,46-0,93]), DOAC (oddsratio [95%-BI]: 0,68 [0,33-1,34]) of een middelhoge dosis ongefractioneerd heparine (oddsratio [95%-BI]: 0,71 [0,43-1,19]). Bewijs van lage tot gemiddelde kwaliteit duidde een associatie tussen ernstige bloedingen en behandeling met middelhoge dosis ongefractioneerd heparine (oddsratio [95%-BI]: 2,63 [1,00-6,21]) en DOAC (oddsratio [95%-BI]: 2,31 [0,82-6,47]). Wat betreft ernstige bijwerkingen werden er geen substantiële verschillen gevonden tussen de onderzochte behandelingen. De kwaliteit van het onderliggende bewijs over de ernstige bijwerkingen van de onderzochte behandelingen was zeer slecht tot slecht. Vergeleken met geen behandeling bleek dat alle actieve behandelingen tot gunstigere uitkomsten leidden wat betreft het risico op VTE en mortaliteit. Het risico op bloedingen was met alle therapieën hoger dan bij het niet ondergaan van een behandeling.

Conclusie

Een middelhoge dosis LMWH lijkt het beste risico-batenprofiel te hebben voor de preventie van VTE. Ongefractioneerd heparine, met name in een middelhoge dosis, en DOAC hebben het minst gunstige risico-batenprofiel op basis van de huidige analyse. Hoewel de behandelingsuitkomsten van alle onderzochte interventies niet overtuigend waren wanneer ze vergeleken werden met placebo, ontstond wel een statistisch significant effect wanneer niet-behandelde patiënten als controlegroep werden gebruikt. De kwaliteit van het gevonden en gebruikte bewijs was over het algemeen laag, met name door onnauwkeurigheid en vooringenomenheid binnen de geïncludeerde studies.

Referentie

Eck RJ, Elling T, Sutton AJ, et al. Anticoagulants for thrombosis prophylaxis in acutely ill patients admitted to hospital: systematic review and network meta-analysis. BMJ 2022;378:e070022.