Chronische lymfatische leukemie (CLL) is de meest voorkomende vorm van leukemie bij volwassenen. Kleincellig lymfocytair lymfoom (‘small lymphocytic lymphoma’, SLL) vertoont een vergelijkbaar klinisch ziektebeeld en wordt op vergelijkbare wijze behandeld als CLL. Genetische afwijkingen, zoals een 17p-deletie of TP53-mutatie, zijn bepalend voor prognose en therapiekeuze.1 Voor patiënten zonder deze afwijkingen onderzocht de fase III SEQUOIA-studie de werkzaamheid van de selectieve Bruton-tyrosinekinase (BTK)-remmer zanubrutinib ten opzichte van chemo-immuuntherapie met bendamustine en rituximab (BR).2 De uitkomsten van deze studie droegen recentelijk bij aan een wijziging in behandeladvies en vergoeding in Nederland.1,3 In dit artikel worden de langetermijnresultaten van de SEQUOIA-studie, met een mediane follow-upduur van 5 jaar, toegelicht.4