Articles

Polyneuropathie in de CASSIOPEIA-studie

NTVH - jaargang 19, nummer 3, april 2022

drs. C. Fokkema , prof. dr. P. Moreau , dr. B. van der Holt , dr. J. Lambert , dr. M. van Duin , drs. R. Wester , dr. J.L.M. Jongen , prof. dr. P.A. van Doorn , dr. S. Godet , dr. G. Jie , dr. O. Fitoussi , prof. dr. M. Delforge , drs. A. Keita-Manta , drs. O. Luycx , dr. T. Cupedo , dr. N.W.C.J. van de Donk , prof. dr. S. Zweegman , dr. J.T. Vermeulen , prof. dr. P. Sonneveld , dr. A. Broijl

SAMENVATTING

In de gerandomiseerde fase III- CASSIOPEIA-studie werd het effect van het toevoegen van daratumumab aan de standaardbehandeling met bortezomib, thalidomide en dexamethason onderzocht bij 1.074 patiënten met nieuw gediagnosticeerd multipel myeloom (MM). De patiënten ontvingen zes cycli (vier inductiecycli, twee consolidatiecycli) van 28 dagen, bestaande uit subcutaan (SC) bortezomib (1,3 mg/m2 dagen 1, 4, 8, 11), oraal thalidomide (100 mg per dag), dexamethason (20–40 mg) (VTD) en, afhankelijk van de onderzoeksgroep, daratumumab intraveneus (IV). Deze studie is geregistreerd onder EudraCT-nummer NCT02541383. Met resultaten in het voordeel van dara-VTD werd dit regime vervolgens goedgekeurd door EMA voor gebruik bij nieuw gediagnosticeerd MM en zal in de nabije toekomst in Nederland als standaardbehandeling worden geïmplementeerd. Polyneuropathie (PNP) is een veel voorkomende bijwerking tijdens de behandeling van MM. De incidentie van PNP-graad 2–4 (CTCAE-gradering) werd in de CASSIOPEIA-studie geanalyseerd. In totaal ontwikkelden 394/1.074 (37%) patiënten graad 2-PNP en 105/1.074 (10%) graad 3. Significante risicofactoren geassocieerd met PNP-graad 2 waren graad 1-neuropathie in de voorgeschiedenis en overgewicht (BMI >25). In deze studie is de hoge incidentie van PNP-graad 2–4 gedurende MM-behandeling bevestigd. Hiermee wordt de noodzaak van screening op risicofactoren, frequente beoordeling van PNP en strikte naleving van de richtlijnen benadrukt om de incidentie van ernstige PNP te verminderen.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2022;19:125–31)

Lees verder

Hoog- en laagrisico-multipel myeloom kunnen worden voorspeld met de combinatie van EMC92 en ISS

NTVH - 2017, nummer 4, june 2017

dr. A. Broijl , R. Kuiper Bsc., dr. M. van Duin , dr. M.H. van Vliet , dr. B. van der Holt , drs. L. el Jarari , dr. E.H. van Beers , prof. dr. H.M. Lokhorst , prof. dr. P. Sonneveld

Samenvatting

Er bestaat nog steeds een grote variatie in de overleving van patiënten met multipel myeloom. Hiervoor zijn betrouwbare prognostische testen van belang. In dit artikel laten we zien hoe uit bestaande prognostische markers – zoals het ‘international staging system’ (ISS), ‘fluorescence in situ hybridisation’ (FISH) en genexpressie (GEP)-‘classifiers’ – een optimaal presterende combinatie kan worden samengesteld en gevalideerd. De hiervoor gebruikte datasets zijn afkomstig uit de volgende studies: HOVON-65/GMMG-HD4, UAMS-TT2, UAMS-TT3, MRC-IX, APEX en IFM-G met in totaal 4.750 patiënten. Er werden 20 risicomarkers geëvalueerd, waaronder markers met sterke prognostische waarde zoals FISH t(4;14) en del(17p), GEP-‘classifiers’ EMC92 en UAMS70, en ISS. Bij de nieuw samengestelde risicoclassificatie blijkt ISS een sterke bijdrage aan zowel GEP- als FISH-prognostiek te leveren. De sterkst voorspellende combinatie bleek te bestaan uit EMC92 gecombineerd met ISS. Hiermee worden patiënten in vier risicogroepen geclassificeerd met een mediane overleving oplopend van 24 maanden, 47 maanden, 61 maanden, tot ‘niet bereikt na 96 maanden’ in de laagste risicogroep. Van alle patiënten valt 17% in de hoogste risicogroep en 35% in de laagste. De EMC92ISS-‘classifier’ is daarmee een belangrijke, relevante voorspeller van overleving, gebaseerd op zowel biologische als klinische parameters. De EMC92-ISS-combinatie is een nieuwe prognostische marker, superieur en robuust vergeleken met overige prognostische markers zoals bevestigd in onafhankelijke gegevens.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:172–82)

Lees verder

Hoge dosis imatinib versus hoge dosis imatinib in combinatie met intermediaire dosis cytarabine bij patiënten met nieuw gediagnosticeerde chronische myeloïde leukemie:

NTVH - 2014, nummer 3, april 2014

dr. N. Thielen , dr. B. van der Holt , prof. dr. G.E.G. Verhoef , R.A.H.M. Ammerlaan , prof. dr. P. Sonneveld , dr. J.J.W.M. Janssen , dr. W. Deenik , prof. dr. J.H.F. Falkenburg , prof. dr. M.J. Kersten , dr. H.A.M. Sinnige , dr. M.R. Schipperus , dr. A.V.M.B. Schattenberg , dr. M. van Marwijk Kooy , dr. W.M. Smit , I.W.T. Chu , prof. dr. P.J.M. Valk , prof. dr. G.J. Ossenkoppele , prof. dr. J.J. Cornelissen

Samenvatting

Ondanks de revolutionaire verbetering van de prognose van chronische myeloïde leukemie (CML) sinds de introductie van imatinib zijn er nog steeds patiënten met resistente ziekte. In deze multicentrum, gerandomiseerde fase III-studie werd onderzocht of toevoeging van intermediaire dosis cytarabine aan hoge dosis imatinib in vergelijking met hoge dosis imatinib alleen, de ‘major’ moleculaire respons (MMR) verbetert bij nieuw gediagnosticeerde CML-patiënten. De studie werd voortijdig gesloten vanwege teruglopende patiënteninclusie ten gevolge van de introductie van tweedegeneratie-tyrosinekinaseremmers en slechts een derde van de initieel vereiste patiënten werd geïncludeerd. Honderdnegen patiënten tussen 18 en 65 jaar werden gerandomiseerd tussen monotherapie met imatinib 800 mg (n=55) of imatinib 800 mg met toevoeging van 2 opeenvolgende cycli cytarabine 200 mg/m2, ieder gedurende 7 dagen (n=54). Na een mediane follow-up van 41 maanden volgde 67% van de patiënten nog steeds het studieprotocol. Het MMR-percentage na 12 maanden was 56% in de imatinib-groep en 48% in de combinatiegroep (p=0,39). Progressievrije overleving was 96% na 1 jaar en 89% na 4 jaar. De algehele vierjaarsoverleving was 97%. Bijwerkingen van graad 3 en 4 kwamen meer voor in de combinatiegroep. De toevoeging van intermediaire dosis cytarabine aan imatinib leidde niet tot een betere MMR na 12 maanden. De te lage ‘power’ van de studie belet ons echter om definitieve conclusies te trekken. Deze studie is geregistreerd op www.trialregister.nl (NTR674) en werd eerder gepubliceerd in Annals of Hematology 2013;92: 1049–56.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2014;11:113–23)

Lees verder