‘Meer aandacht voor wensen van oudere kankerpatiënt in behandelplan’

november 2021 Actueel Willem Van Altena

Leg de wensen en voorkeuren van oudere kankerpatiënten al aan het begin van het behandeltraject vast, en verwerk die in een passend behandelplan. Die aanpak zal leiden tot minder complicaties tijdens het behandeltraject en uiteindelijk ook kortere ziekenhuisopnames. Op basis van haar onderzoek naar een nieuwe werkwijze voor ouderen met kanker promoveerde eerder deze maand dr. Suzanne Festen aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Festen is internist ouderengeneeskunde en bemerkte dat met name oudere kankerpatiënten een grote kans hebben om onder- of overbehandeld te worden. Door de gangbare benadering van de ziekte worden de context, voorkeuren en doelen van de patiënt niet of nauwelijks meegewogen in het besluitvormingsproces. Volgens Festen is het van belang om juist deze kwetsbare oudere patiënten bij het behandelplan te betrekken. Ouderen hechten belang aan andere dingen dan jonge patiënten. Zo is voor ouderen het behoud van zelfstandigheid of kwaliteit van leven meer prioriteit. Ook als daar een kortere levensverwachting tegenover staat. Jonge patiënten zijn meer gefocust op genezing en overleving als geheel.

Festen stelt dat er bij de behandeling te veel naar de ziekte wordt gekeken en te weinig naar de patiënt achter de ziekte. In het multidisciplinair overleg wordt over, maar nooit met de patiënt gepraat, en daardoor blijven diens wensen en voorkeuren onderbelicht.

Verpleegkundigen

In de vernieuwde aanpak die Festen aan het UMCG implementeerde in het kader van haar promotieonderzoek was een grote rol weggelegd voor de verpleegkundigen als verbindende schakel tussen patiënt en arts. Door in een vroeg stadium met de patiënten in gesprek te gaan kregen zij een goed beeld van de patiënt en zijn doelen en voorkeuren. Onderdeel van dit gesprek was een verkort geriatrisch assessment. Door deze informatie te delen in een multidisciplinair overleg, waarbij naast oncologisch specialisten ook verpleegkundigen en internisten ouderengeneeskunde aanwezig waren, kon beter worden gekeken naar welke behandeling het beste paste bij de ziekte én bij de persoon.

Richtlijn

Die aanpak leidde tot een behandeladvies op maat. En het bleek dat bij een kwart van de patiënten werd naar aanleiding van de aanvullende informatie van de verpleegkundige de behandeling werd aangepast naar minder intensief, waarbij dus werd afgeweken van de bestaande richtlijn. Niettemin leidde die minder intensieve aanpak niet tot meer sterfte: die bleef in het eerste jaar gelijk voor beide groepen. Patiënten met een aangepast behandelplan lagen gemiddeld 3,5 dag korter in het ziekenhuis en het percentage complicaties daalde met 22 procent.

De nieuwe aanpak staat of valt wel met de inbreng van getrainde verpleegkundigen. Festen pleit er in haar proefschrift voor te investeren in het trainen van (oncologisch) verpleegkundigen die het gesprek met de patiënt aan kunnen gaan. Net zo belangrijk is het om ervoor te zorgen dat er voldoende tijd wordt ingebouwd om die belangrijke gesprekken te voeren.

Meer informatie

Lees meer op de website van UMCG.